Ik ben in mijn auto op weg naar Eindhoven om oma te bezoeken.
Het wordt duister en ik doe de koplampen aan. Maar ik zie niets op mijn dashboard oplichten en vóór me ook niet.
Auto stil gezet: de lampen doen het niet. Auto achtergelaten. Nu naar het station.
Maar dat wordt met de minuut zinlozer want ik kom zo pas na tien uur ‘s avonds aan.
En oma zit natuurlijk klaar met het eten. Wat nu.
(opbellen komt in de droom niet in me op)
Ik beland in een huis waar mensen me verleiden tot aantrekkelijke handel. Steeds meer korting wordt me geboden als ik maar steeds meer koop.
Ik mis mijn vlucht naar Amerika (ook dat nog).
En dan zegt iemand: “maar je oma is toch dood?”
En ik denk: verdomd, das waar ook. Oma is al bijna 20 jaar dood.
Dat valt dan weer mee (bezien vanuit alles dat misloopt).
Om kwart voor zeven word ik wakker (=laat).
En dan gaat alles goed (wat al snel het geval is na mijn soort dromen) tot L. mailt dat ze ons wandelen met Tashi op zondag afzegt.
Kan ik zaterdag? Nee, dat kan ik niet.
Zodat ik nu met de bekende knoop in de maag zit van wanneer je geliefde heeft afgebeld/mailt met een ‘sorry maar je komt niet gelegen’.
Dáár gaat ze dus (zonder mij). En zoveel schoonheid heb ik nooit gezien.
Geef een reactie