In Amerika heb ik de ene nare droom na de andere.
Volle nachten beleef ik. Woelend van het ene drama naar het andere.
Ik vraag me af waar al die demonen vandaan komen die zich zo een weg naar mijn bewustzijn worstelen.
Het voelt zo onnodig. Want als ik iets doe is het wel in ut echt malen over wat me dwars zit.
Volgens mij verdring ik bar weinig.
Gisteren bij AvroOpDeMiddag (zoals HagensOpDeMiddag opeens heet – is Hagens geloosd?) op bezoek bij Pia Dijkstra de droomduidster Ada de Boer.
Ze legt me uit wat mijn terugkerende examendromen betekenen: ik stel te hoge eisen aan mezelf en construeer daarom testen waarvoor ik faal.
Maar waarom hebben sommige mensen zo véél nare dromen, vraagt Pia Dijkstra en ik veer op.
Mogelijk, Ada de Boer wil zich niet vastleggen, maar toch: mógelijk omdat ze daar ’een talent’ voor hebben.
En als ik meer wil weten moet ik haar boeken maar kopen.
Karin T zegt
O jipje,heb ik eindelijk talent! Ik heb ook van die rare dromen,mijn hele leven al,althans,sinds ik me bewust ben van mijn dromen. Zo komt deze ook vaak terug: In mijn vroegere slaapkamer zijn,wakker worden en dan merken dat ik te laat ben,wat ik ook doe het schiet maar niet op,ik haal daarna uiteraard zeker de bus/trein niet of waar ik dan ook naar toe moet,meestal in combinatie met een radio/tv die aanstaat en niet uitgaat door een knop in te drukken,het apparaat blijft spelen.
mariette zegt
Mmm die verklaring van die examen dromen spreekt me wel aan eigenlijk. Hoewel ik de laatste tijd toch geen wiskunde meer over hoef te doen ’s nachts.
Jaap zegt
Dat je overdag zo veel ‘maalt’ en weinig hoeft te verdringen is op zichzelf al een zeer rijke oogst. Mogelijk misschien juist doordat de echte ellende al is ontpuft in nare nachtgeschiedenissen. Is dit waar, dan ben je netto dus een bofferd.