In Montrose zat ik vier dagen in een huisje waar de eigenares -na overleg met mij- haar kat had achtergelaten.
Ebby.
Ze was 17 en liep stram.
Verder vond ze mij wel ok en had er geen enkel probleem mee te laten weten wat ze wóu.
Aaien, meer water, naar buiten (ook om 5 uur ’s nachts), weer naar binnen, méér aaien.
Niet meer aaien.
Niet tegen mijn voeten aanliggen bij het tv kijken.
Maar op het laatst toch weer wel.
De eerste dag dacht ik: wat moet ik met deze kat.
Ik zorg vier dagen voor haar en dan nooit meer.
Maar voor ik het zelf besefte was ik totaal voor Ebby gevallen en toen ik na die vier dagen wegreed zat ik te snuffen en nog steeds (een maand later) denk ik aan deze lieve kat.
shabnam zegt
Ah, kan me voorstellen dat je heimwee hebt naar het lieve dier,