Ik ben terug en gisteren had eerst Sammie dat door en Guus toen ook.
Eebje niet. Nou ja, dat er weer rosbief was – daarbij ging een klein lampje branden.
Vannacht ligt Sammie op bed tegen mijn buik. Zoals het hoort.
Een paar uur later is daar Guus. Gelukkig zonder grote prooi (hoewel hij kort ervoor wel de loei had gegeven).
Hij springt op het kussen en kruipt tegen mijn hoofd. Sammie gaat bij hem liggen.
Half tegen Guus, half tegen mij.
Niet lang daarna: Eebje. Luid spinnend óók tegen mijn hoofd, enthousiast mijn gezicht likkend wat voor deze keer ook mag.
Het is haar dus te binnen geschoten wie ik ook weer ben.
Guus verhuist na een tijdje naar het naburige kussen. Sammie volgt.
Eeb blijft knorren en knorren en likken en likken.
Om kwart over vijf staan we op. Zij om te eten en ik om een anti-hoofdpijnpil te slikken.
Want het fysieke hoofd wil nog niet erg.
Maar de ziel is helemaal terug.
Jaap zegt
Good to see you, vroeg weer op streek. En die dóóózen. Neiging ze los te scheuren.
Hansje zegt
Home is where the cats are! 😉
Linda zegt
Thuis is pas echt thuis als de katten je weer knuffelen en laten zien dat ze blij met je zijn…..