Zo hard is het vuurwerk dit jaar dat zelfs dove Eebje erdoor verstoord raakt.
Zij en Sammie (eerst onder de bank) laten zich nog afleiden door wat brokjes.
Guus (onder de kast) zit verstard van angst.
Die mensen die dit doen, die ken ik dus.
Want: klein dorp.
Zouden ze zelf geen dieren hebben.
Zou het ze niet kunnen schelen hoe bang ze dieren maken.
Ik breng de tijd door tot het stopt.
Ik surf.
Zie elders vrolijke nieuwjaarswensen.
Shit, ja, dat moet natuurlijk.
“De beste wensen en je-weet-wel-wat-ik-zeggen-wil.”
Nou dan – bij deze.
(en als jij ook *niet* een conventionele GN-wenser bent: good for you)
Herkenbaar: ik breng de tijd door tot het stopt. En nu gelukkig weer 364 dagen gewoon doen.
Kees en Woepie hebben ook de hele avond verstard op en onder stoel gelegen, en af en toe bij de kamerdeur van zal-ik-wel-of-niet naar boven.
Maar vandaag is al het leed gelukkig weer geleden.
Mijn katten, bang voor bijna iedereen behalve elkaar, verroerden geen vin. Wel liepen ze een beetje zorgelijk rond toen de Chinees om de hoek enorme donderklappers losliet, maar verder lag Annie in haar deuk van de bank en mauwde Snollie op de haar eigen wijze om aandacht. Business as usual. Rare katten.
Porky heeft zich goed gehouden maar het was hier zo mistig dat je echt niets meer kon zien dus hier viel het knallen vannacht mee, maar nu zijn ze dat helaas aan het inhalen.