Ik ga snel de knagers voeren en het kippenhok dicht doen.
Wanneer ik terugloop naar huis zie ik de turkse tortels die al in hun nesten zaten alle kanten op stuiven. In de perenboom landt een slanke vogel. Zie ik oortjes? Is het een uil?
Ik loop langzaam, ik nader de boom, ik ga zo staan dat ik de kop van de vogel beter zie.
Ja! puntige oortjes!
“Oh” doe ik. “Oh”.
En ik dénk: volgens mij ligt mijn camera beneden, zal ik die halen.
Maar omdat ik alsmaar stom “oh” en “oh” sta te zeggen besluit de uil te vertrekken.
Snél vliegt hij. Over de straat. In de lengterichting.
En de vogel die zittend niet veel groter leek dan een kauw blijkt opeens enorm!
Die vleugels! Meters breed! En stevig.
“Oh”
[update: het moet een ransuil zijn geweest]
wow, daar ben ik wel heel jaloers op! Wat een mooie ervaring zal dat geweest zijn. Hij is je van harte gegund overigens.
oh
oh
ja, goed zeg en heb je niet nog een camera om op elke verdieping, bij elk raam er eentje te hebben klaar liggen? Ik heb er altijd eentje in m’n jaszak maar als die er toevallig een keertje niet in zit vanwege andere jas of zo . . . . . dan kom ik iets tegen dat ik had willen fotograferen, zo gaat dat
maar ik hoop dat de uil nog eens bij je langs komt
Mbt ‘foto’: het was best donker.
Ik ben niet een zo goede fotograaf (en heb ook niet een zo goede camera) dat ik dan zonder flitsen nog een mooie foto kan maken.
Ik had dus min of meer op goed geluk moeten flitsen.
En dat is het me niet waard: waarom die vogel zo laten schrikken.
Ik hoop ook dat uil nog eens langs komt.
En ik wil echt alleen maar naar hem kijken.
En ‘oh’ zeggen ….
mooi lijkt me dat, wel eens een uil horen roepen in de boom voor ons huis, waarschijnlijk bosuil, en daar kan geen foto tegenop.