Erg vaak heb ik egel niet gezien dit jaar.
Gisteravond toevallig wel.
Ik stapte om half negen de schuurdeur uit met eten voor de knagers en egel zat voor me en dook weer terug in het struweel.
Deze egel is niet *mijn* egel. Niet de egel die ik jaren kende. Met wie ik kon praten, zittend op de drempel van de schuur. Die ik kon fotograferen.
Deze egel heb ik een keer of tien-vijftien gezien. Vanachter het raam. En soms, per ongeluk, in de tuin.
Waar hij dan wegdook.
Elke avond staat er eten voor egel.
Twee eitjes met een klapje erop/erin zodat egel ze makkelijk kan openforceren en leegslurpen.
Ik vraag me wel eens af wat egel daarvan denkt.
Of die denkt: dat is óók toevallig, dat daar elke avond twee eitjes liggen.
Of: mooi meegenomen dat aangebutste eitjes hier blijkbaar uit de bodem groeien en elke avond weer op te happen zijn.
“Wat lief van Jeanne!” zal egel wel niet denken.
Denk ik.
Hippo zegt
Als ie niet weet hoe je heet niet nee 😉
Theo zegt
Egel ziet het als een toevallig buitenkansje (welke kip is zo gek..) dat iedere dag terugkeert.
Jij hebt je eigen reden -een goed gevoel toch minstens- om dit te doen en die staat los van wat egels instinkt denkt.