Het is half zes.
Ik sta op en kijk uit het slaapkamerraam naar beneden.
Egel. En twee meter verderop nog een.
Moeder en kind, denk ik .
Naar beneden, katten gevoerd, Femke en Agnes naar buiten gelaten.
‘Dag egels’ gezegd.
Voorzichtig langs ze gelopen om Ginny en Bugs te voeren en dan naar de achtertuin.
Wanneer ik terug kom hoor ik heftig gehijg. Het onmiskenbare geluid van egels-in-lust.
Mm.
Zouden ze net een dinertje hebben gehad om daarna over te gaan tot de daad?
Maar ze komen weer eten en ik geef ze een eitje en nu eten ze sámen.
Tot 1 aan het kontje van de ander gaat ruiken. En zich daarna naast haar neervlijt.
Om tien minuten later maar op te stappen.
Richting achtertuin.
Kennelijk was het een soupeetje achteráf.
Zij eet verder. Logisch. Aanstaande moeders moeten op krachten zijn.
Totdat vier kippen zich op het bakje met restant-ei storten en Egel op een afstandje wat bedremmeld staat te kijken.
Inderdaad: bedremmeld.
Sommige lichaamstaal van egels beheers ik. En de blik in de oogjes ook.
Jaap zegt
Half zes ’s ochtends en dan al het volle leven in beeld. Lucky you.