Agnes legt ook vandaag een brekelig eitje.
Gebroken eigenlijk al. Maar nog net wel op te pakken zonder dat het uit elkaar valt.
(puur toeval natuurlijk maar áls Femke een ei legt *delivers* ze ook echt een ei, terwijl het bij Agnes veelal lucht is – goedbedoeld, soms helemaal lucht -windei-, een enkele keer zéér breekbaar, meestal vol butsjes en gaten)
Ik kan het ei voeren aan Guus. Of aan egel. Of aan de kippen zélf.
Maar ik grijp de gelegenheid aan voor een bezoek aan Tashi.
Eerst L. gebeld of ik éven mag komen aanreiken en dan echt heus meteen weer weg.
Het mag.
Wanneer ik het pad oploop is daar achter het hekje: Tashi.
Oh! Ah! Wat lief! en andere diep-doordachte teksten roep ik uit terwijl ik de pup over het hoofd aai, in het lijfje grijp, mijn hand aanbied om in te bijten, mijn gezicht om te likken (en ook te bijten wat niet de bedoeling was maar ach, kan gebeuren als je echt van elkaar houdt).
Dan overhandig ik L. het eitje in het bakje en verplaatst Tashi’s aandacht zich naadloos naar waar ze écht van houdt.
Zodat ik aankijk tegen de rug van het hondje waar ik al de hele dag aan denk (want ik had L. gemaild of we wel as zondag zouden gaan wandelen en daarop was nog geen antwoord dus checkte ik telkens hoopvol en tevergeefs mijn mail).
Nou dág, zeg ik. En Tashi loopt nog even mee. Of is dat in de hoop uit te breken?
Ook blaft ze me nog wat na vanachter het hekje.
Zodat ik “dag Tashi!” sta te roepen op onze stille dorpsstraat.
Intussen hebben we een afspraak voor zondag. Dan mag ik ook weer even haar riempje vasthouden.
En misschien legt Agnes voor die tijd nog een brekelig ei.
Geef een reactie