Gisteren zijn R. en ik naar de opera.
Elektra van R. Strauss (de klassieke componist Strauss, niet de walsenmannen).
Twee uur zonder pauze. Eerste rij in het midden.
Aan de rand van een orkestbak zo vol dat je je afvraagt hoe de violen lekker kunnen uithalen met de strijkarmen.
Het orkest speelt overweldigend mooi, de nieuwe dirigent blijkt een beeldschone jongeling.
Elektra, haar zus en vooral haar moeder zingen prachtig en acteren hysterisch-meeslepend.
Het eind blijk ik vergeten zodat ik me kapot schrik als Elektra, net nog zo blij zingend en dansend dat nu eindelijk het leven begint, in het mes van haar moordende broer Orestes loopt en dood neerstort.
Janken.
Erna klap ik de handen stuk.
Rijd ik in een wolk naar huis.
Een dag later ben ik nog steeds als betoverd.
Doortrokken van de krijsende stemmen, het machtig mooie orkest.
oehoeboeroe zegt
klinkt als volop genieten!