Morgen is het Veteranendag. Alweer denk ik want volgens mij besteedt het Radio 1 Journaal daar elke paar maanden aandacht aan.
Om nogmaals mijn aandacht te vangen zijn er radiospotjes.
Over een kwartje en een kapper. En over een straaljager die overvliegt “en toen zat meneer opeens onder het salontafeltje”.
Aangenomen dat “meneer” de echtgenoot van mevrouw is vind ik dat een weinig aardige aanduiding.
Maar dan spreekt ze de onvergetelijke woorden “en toen had ik ook zoiets van wat is er met jou aan de hand”.
“Toen had ik ook zoiets van…”
Wat een naar, dom woordgebruik vind ik dat.
Wat niet relevant is natuurlijk.
Relevant is wél op wie het spotje mikt. Bij wie ze nu ‘herkenning’ al is het maar kwa taalgebruik hopen op te roepen.
Theo zegt
Ik vind het gewoon spreektaal. Waarbij ook ik me wel afvraag of je iets zo onthutsends wel zo neer moet zetten. Alsof het er acceptabeler van wordt.
Renesmurf zegt
Ach, het zijn een soort van stopwoordjes.
Harrie zegt
Ooit betrapte ik mezelf tijdens een gesprek met een Amerikaan op een “I’m like”-constructie. In plaats van schaamte voelde ik een zekere trots. “Hoor mij eens soepel Engels praten!”
Vreemd toch, die dubbele moraal.
Jeanne zegt
De “like”-constructie vind ik ook heel lelijk.
Maar in Amerika doe ik het zelf ook.
Niet de ‘like’ dus maar wel veel ‘you know’ en ‘into’ iets zijn enzo.
Maw: je hebt gelijk..
Sterappel zegt
Oh ja, ik heb ook zoiets van hout 😉