Er is al weken een ongelooflijk irritante goedbedoelde reclame over ‘Floris’.
“Floris!” die was – o nee, die *is*.
Een vrouw haalt herinneringen aan ‘m op maar eigenlijk leeft Floris nog alleen is-ie aan het dood gaan en, zegt dan een strenge stem: U laat iemand die aan het dood gaan is toch niet in de steek?!
Voor mijzelf sprekend: nee.
Niet alleen als voornemen, als realiteit.
Ik vind het idee sympathiek.
Wees lief voor vrienden die stervend zijn.
Maar als ik deze vrouw over Floris hoor praten zijn ze niet erg close.
Ze kende hem uit haar studie. En daarna had ze ook nog wel eens contact. Maar nergens pik ik op dat ze echt maatjes waren.
Dat maakt ‘Floris’ al een matig voorbeeld.
Er wás in het begin van deze reclame ook een andere.
Over een vrouw. Die slordig was.
Maar het is alleen ‘Floris’ die we nog horen.
Vaak net vóór het nieuwsblok en dan direct erna wéér.
Ik heb de pest aan Floris.
Ik begin na te denken over ‘wat een kak-naam’.
Ik denk: laat ‘m gauw doodgaan. Dan zijn we van ‘m af.
Ik zeg er iets over op twitter.
Anderen blijken zich ook te ergeren.
Wat fijn is want dan is er tenminste *iets* waarin ik niet alleen sta.
En Floris… sorry man, maar je tijd is wat mij betreft gekomen.
RIP enzo.
helemaal met je eens! Op de stations hangen ook afschuwelijke billboards over dit onderwerp.