De slaapkamerdeur staat nu alweer bijna een week open en (klop-klop op hout): het gaat goed.
Sammie heeft me niet aangevallen. Hij ligt ’s nachts soms tegen me aan. Wanneer ik dan aai spint hij zachtjes (en kwijlt).
Ik vind hem weer lief. En vertrouwen – dat komt wel.
Wel valt het consequent zijn me zwaar.
Gisteren bv. Guus zeurt om rosbief. Ik zeg ‘ok’ en wenk iedereen naar beneden te gaan.
Eebje is daar al. Sammie komt *niet*.
Ik weet: hij verwacht een bordje met ros op het bureau.
Ik doe het niet.
Na tien minuten duikt hij op bovenaan de trap. Tussen de treden kijkt hij naar de keuken.
Ik doe onschuldig. Hij loopt weer weg.
En ik weet niet wat hij denkt maar *mijn* hartje breekt.
Vanmiddag: Guus wil rosbief.
Sammie en Eeb kijken me aan vanaf het bed. Ik zie in de oogjes: dadelijk komt ze met de bordjes naar boven (zoals ik dat tot een paar weken geleden altijd deed).
Guus en ik gaan naar de koelkast.
Ik pak rosbief. Ik ga met de rosbief naar boven en laat die zien.
Sammie en Eebje volgen naar beneden.
Wat een gedoe.
Hansje zegt
Het opbouwen van nieuwe routines kost tijd. Voor de katten nog meer dan voor jou, denk ik. Maar het zal binnenkort écht wel tot hun hoofdjes doordringen en dan wordt alles weer als vanouds, maar dan in nieuwe verhoudingen.
Linda zegt
Het is nu nog even een gedoe maar ze gaan er vast wel aan wennen, ik ben blij dat Sammie zich gedraagt