Om half elf naar bed, om half vijf wakker.
Ik hoor Guus binnenkomen. Met de loei die ik houd voor ‘grote prooi’ die dan duidt op de vangst van een klein muisje dat in 1 hap óp is (of per ongeluk is ontsnapt achter een plint).
Maar misschien roept hij ook gewoon: “Ik ben er weer!”
Twintig minuten lig ik te denken: zal ik…?
Dan besluit ik de deur naar het overloopje open te doen. De katten mogen de rest van de nacht binnen.
Guus loopt de slaapkamer in en meteen weer uit zodat ik op zijn pootje trap en hij geschrokkken de trap af rent.
Smeken helpt niet – afwachten dan maar.
Sammie wil wel op bed en ook knuffelen maar wanneer Guus zijn plek aan het voeteneind inneemt wil hij liever vrijen met Guus.
Dat gaat een halve minuut goed. Dan krijgen ze een érg hard slaande ruzie.
En rennen allebei de gang op.
Ik laat de deur open, zo wijd mogelijk.
Zinloos. Het tweetal nestelt zich op de neushoorn.
Mooi gebaar mislukt.
Geef een reactie