Ik denk wel eens: wanneer bereik ik mijn grens.
Héb ik een grens.
Een punt waar het ’tot hier en nu stort ik in’ is.
Genoeg ruzie, genoeg afzeiken, genoeg dode/zieke dieren, te weinig liefde, te weinig waardering, te weinig handel (beetje banaal, maar een goedlopend bedrijf is óók leuk).
Met als conclusie: tot hier en niet verder.
En dan.
Toen ik begin twintig(er) was en echt woonde op die kamer aan de Weesperzijde verklaarde ik mezelf soms ‘ingestort’. Kroop in bed en trok de telefoon eruit. Geen zin meer.
Na een dag of drie, vier: nu moet het maar weer afgelopen zijn.
En dan deed ik weer mee.
Nu ben ik bang dat als ik toegeef, ik me er niet meer uit trek.
Ik modder dus aan.
ach, geef je zelf in ieder geval een weekend!