Wanneer Guus binnenkomt met de Grote Loei weet ik dat het mis is want dan heeft hij een Grote Prooi te pakken.
Wat een heel enkele keer een muis is maar nu al 2x deze week een jong musje.
Musje 1 heb ik maandag nadat het láng door de kamer had gezworven onder kasten en tussen draden en onder de verwarming de vrijheid kunnen geven.
Musje 2 zet hij nu neer om er mee te spelen, geeft een tikje en ik pak het af.
Wat een snoepje.
Guus snapt het niet.
Het was *zijn* eerlijk gevangen Grote Prooi.
Hij wil die terug. Nu.
Ik bekijk het musje. Alles zit er nog aan. Geen grote wonden, geen lamme vleugels of pootjes.
Een kloppend hartje. Een steeds harder kloppend hartje.
Maar geen verzet (=slecht teken).
Een beetje in de huiskamer gevangen mus gaat spartelen en pikken.
Shock, vermoed ik.
Ik zet het musje buiten op de grijze bak.
Ik maak er een paar foto’s van.
Het zit wel heel erg verkrampt te zijn.
Té bang om bang voor mij te zijn.
Dan opeens duikt het van de grijze bak af naar links de tuin in, in de bosjes.
Sammie wil vérder spelen maar die lok ik met eten naar binnen.
Als musje straks weer in de kamer opduikt met een vrolijk spelende kat er achteraan, is het dus niet goed afgelopen.
Als ik hem niet terug zie, is hij na 20x diep ademhalen hopelijk hersteld en vliegend teruggekeerd naar zijn grote familie.
Geef een reactie