Toen ik op Twitter begon was het vooral een bron van frustratie.
Ok – enkele van de populaire jongens en meisjes volgden me, maar ‘volgen’ betekent niet per se ‘reageren óp’.
Zodat ik me vaak een twitterende in de woestijn voelde, helemaal alleen volstrekt zinloos af en toe iets zeggend waarop niemand iets terug zei terwijl ze om mij heen druk reageerden op elkáár.
Niet leuk.
Intussen heb ik een eigen plekje in Twitterland.
Klein plekje, maar: plekje.
Ik babbel, men babbelt terug.
Men volgt mij, ik volg soms terug, soms niet (hoe arrogant kan een vrouw zijn).
Maar liefst 218 mensen denken dat ik iets leuks te zeggen kan hebben dus zijn ze op me geabonneerd.
Wie daar niet toe hoort is Maxime Verhagen.
De troetel van Twitterland, ons idool. De man door wie wij allen gevolgd willen worden.
Maar slechts weinigen is dat gegeven. 58. En 1 daarvan is Britney Spears.
Wanneer Maxime Verhagen opduikt in Twitterland verdringen wij ons om zijn aandacht.
We (vooral vrouwen) sturen hem groeten (“slaap lekker”), complimenten (“wat een mooi overhemd”) en vragen.
Die vragen bieden de kans dat hij antwoordt. Wat hij soms wel en soms niet doet.
Vanochtend mail ik een vraag en krijg ik antwoord – daarbij geholpen doordat er om half zeven nog niet zoveel aandachtbedelende Twittervrouwtjes aanwezig zijn.
10NL (een man) volgt al een tijdje (ik vermoed: geamuseerd) mijn ‘volgmijvolgmij-plieees-volg mij’ richting de minister.
Dus twittert hij iets als ‘een antwoord – je bent vast blij!’ en twitter ik terug dat ik met opzet niet nóg een vraag heb gesteld.
‘Playing hard to get’? Veronderstelt 10NL.
Nee. Aangezien we intussen weten dat als een man niet toehapt dit niet betekent dat we nóg geraffineerder een Spel moeten spelen maar: “He’s just not that into you.”
In Amerika kocht ik de laatste keer een boek met als titel “… and you’re not that into HIM either!”
Ik heb het (nog) niet gelezen. Maar het is een mooi mantra om als niet-gevolgd Maxime-groupie een aantal keren per dag te herhalen.
Geef een reactie