Wanneer ik om kwart voor zeven opsta: geen Guus.
Ligt ergens te slapen denk ik.
Of maakt een kleine wandeling.
Een uur later nog steeds geen Guus.
Ik doorzoek het huis.
Niets.
Ik denk: hij zal toch niet buiten aan het sterven zijn.
Of al dood.
Maar nóg een uur later: daar is Guus.
Hij komt de trap af en heeft dus een nieuwe (verstop)slaapplek.
Ik pak hem op, houd hem tegen me aan en realiseer me weer eens hoe ontzettend dun hij is geworden.
Dit was Guus op zijn 10e verjaardag.
Een lekkere dikke jongen.
We zijn nu zeven jaar verder.
Geef een reactie