Ik zit te zwoegen op een artikel dat niet lukt wanneer ik in de achterren Bella Donna totaal in de stress zie schieten. Langs de ren loopt Guus. Denk ik.
Maar de kat die ik voor Guus houd springt op een paaltje van de ren en dat doet Guus nooit.
Ik kijk beter: het is een lapjeskat. Een vreemde kat.
Die mij wat al te belangstellend naar m’n caafjes kijkt.
Ik ren naar beneden, ik roep “nee!” en andere pakkende teksten.
Kat springt in de ren, ik til kat uit de ren. Heel tamme kat is het, lieve kat ook wel.
Alleen: een kat met een missie. Dus loopt ze naar de andere kant van de ren, springt er weer in en jaagt opgewekt op Bella Donna die via de tamtam alle andere konijnen in Grootschermer informeert over het Gevaar.
Dan naar de caafjes die opgewonden doen en pieppiep en o, wat zijn ze klein en ik kan me voorstellen dat die kat ze aanziet voor grote muizen.
Ik til de kat uit de ren. Ik zet de kat bij de afscheiding met de buren. Ik zet de kat bij de vijver (daar drinkt ze even uit). Ik til de kat omhoog om te laten zien aan Sammie die toekijkt vanuit mijn kamer.
Ik besluit het anders aan te pakken, zet kat weer neer en haal Sammie naar beneden.
Die protesteert maar dat doet er niet toe. Ik plaats Sammie beneden op de vensterbank en samen zien we dat de vreemde kat ons kattenluikje inspecteert.
Raam open, Sammie naar buiten, dikke staarten, kat binnen twee seconden over de schutting gevlucht.
Sammie, mijn Held.
En nu maar hopen dat de onverlaat genoeg is geschrokken.
Goed zo Sammie!