Ik las The Rosie Project van Graeme Simsion.
Van de achterflap:
The art of love is never a science: Meet Don Tillman, a brilliant yet socially inept professor of genetics, who’s decided it’s time he found a wife. In the orderly, evidence-based manner with which Don approaches all things, he designs the Wife Project to find his perfect partner: a sixteen-page, scientifically valid survey to filter out the drinkers, the smokers, the late arrivers.
Rosie Jarman possesses all these qualities. Don easily disqualifies her as a candidate for The Wife Project (even if she is “quite intelligent for a barmaid”). But Don is intrigued by Rosie’s own quest to identify her biological father. When an unlikely relationship develops as they collaborate on The Father Project, Don is forced to confront the spontaneous whirlwind that is Rosie―and the realization that, despite your best scientific efforts, you don’t find love, it finds you.
Ik liet me amuseren en vond het een lief boek maar vooral vond ik herkenning.
Niet in het zoeken naar de liefde (die hoef ik niet meer) en ook niet in het briljant zijn.
Maar de sociale onhandigheid!
Niet populair zijn, niet goed aanvoelen hoe in contact met anderen te handelen.
Laatst hoorde ik op de radio iemand die wél briljant was (nl hoogbegaafd) die op school ook altijd buitenbeentje was geweest.
En die op een bepaald moment besloot populair te worden.
Wat hij voor elkaar kreeg door een stapel psychologieboeken te lezen over dit thema.
Het lukte.
Ik dacht: zou ik dat ook kunnen.
Maar ook: wil ik het wel.
Life of the party zijn.
Mwah.
Geef een reactie