Op het kleedje in de badkamer: Sammie en Guus gebogen over een vogeltje.
Een eendje. Een dag oud, hooguit twee.
Ik raap ‘m op.
Denkend: als hij dood of bijna dood is krijgen ze hem terug.
Maar in mijn hand leeft het diertje op, worstelt en piept.
Ik hol naar buiten, hopend dat voor mijn steiger moedereend wanhopig naar het kind zit te kwaken.
Geen moedereend.
Alle kanten op gekeken: een paar woerden aan de overkant in het weiland.
Verder niks.
Op mijn hielen Sammie.
Omdat ik het verder ook niet weet denk ik: vreet ‘m dan maar op.
En zet de kleine neer.
Die zigzaggend tussen de planten doelgericht naar de sloot holt.
En in het water springt.
Piep! piep!
Ik zie nog steeds geen moedereend maar het pulletje zwemt naar links naar het erf van Lyda.
Ik maak mezelf wijs dat daar een nest is.
Maar waarschijnlijker is dat een snoekbaars hem hap-slik-weg soldaat maakt.
Hopelijk gebeurt dat wel snél.
Geef een reactie