Toen konijn Leentje zondag dood bleek zei ik tegen R.: ik wil niet meer.
Ik kan er niet meer tegen. Dieren die ziek worden, niet beter worden, dood gaan.
Het afgelopen jaar keer op keer.
We spraken af er maandag nog eens over te bellen.
Dan krijg ik een mailtje van de Knaagdierenopvang over konijnen Ginny en Ignaz die daar voor ons gereserveerd zijn en waarvan ik me dus afvroeg of ik ze wel moest ophalen.
"Ginny en Ignaz zijn helemaal voor elkaar gevallen.
Ze liggen constant tegen elkaar aan, welliswaar nog wel met het gaas ertussen, maar ze zijn erg lief voor elkaar.
Woensdag a.s. zouden ze eventueel opgehaald kunnen worden.
Dan is het 3 weken na de castratie."
R. en ik bellen en overleggen en eigenlijk denken we even vaak ja als nee (of misschien wel vaker nee).
Maar morgen gaan we een sjiek nieuw konijnenhok kopen in Purmerend. Opdat Ginny en Ignaz daarin warm gaan zitten.
Halen stellen we uit.
En blij zijn we ook niet.
Kim zegt
Ja, altijd akelig als zo’n beestje dood gaat. En je krijgt nu wel erg veel te verwerken. Maar gelukkig hebben ze wel een prachtig leven bij jou en mogen ze echt konijn/cavia/kat/kip zijn.
Hoe is het trouwens met Guus?
Jeanne zegt
Guus is herstellend.
Hij heeft nog steeds last van zijn keel, wil het liefst zacht voedsel en heeft een paar keer gekotst.
Vermoedelijk (denk ik dan) omdat na dagenlang *niet* eten het opeens wél – veel – eten wat verkeerd viel.
Kim zegt
Fijn dat hij weer aan de beterende hand is!
Een zorg minder!