Ooit, héél lang geleden schafte ik een konijnenrennetje met punthuisje aan.
Zo’n treurig ding dat je wel op grasvelden ziet staan.
Al snel het uitloopdeel eraf gesloopt en het punthuisje in een grote ren gezet.
Mét een echt groot nachthok.
Al héél lang laten de konijnen het grote hok links liggen.
Hoe slecht het weer ook, hoe gaandeweg steeds krakkemikkiger: het punthuisje was hét huisje.
‘Prieeltje’ noemden R. en ik het wel eufemistisch.
En legden extra zeil eronder en stutten het met extra stenen en planken.
Vaak hoopten we dat met het overlijden van een konijn het nieuwe koppel het grotere, drogere, warmere etc. hok zou betrekken.
Maar het achtergebleven konijn wist steeds de nieuweling wijs te maken dat als die wou doen aan Echte Liefde dit alleen kon door lijfje aan lijfje te liggen in het prieel.
Toen Otje dood ging en Snuffel kwam besloot ik dat het afgelopen moest zijn met dat stomme wrakke huisje.
R. verwijderde het uit de ren en we zetten er het leuke kleine Alpenhuisje (mét hartje) voor in de plaats.
Klein maar fijn.
Niet tochtig en wel droog.
En voor alle zekerheid op stenen zodat de nattigheid er ook niet van onderen in kan trekken.
Uiteraard staat het grote hok ook nog in de ren.
Dús zitten Oscar en Snuffel samen in de ren.
En soms zit Snuffel ónder het Alpenhuisje.
Wanneer het noodweer is zit Oscar in het nog samen met Otje gegraven hol.
En bij heel érg noodweer voegt Snuffel zich daar bij hem.
Ze lijken me gelukkig samen.
Alleen hebben ze geen huis.
En nu kán ik natuurlijk een nieuw prieeltje kopen.
Maar de kans dat ze dáár dan in zouden trekken lijkt me nul.
Geef een reactie