Ergens vannacht beneden gestommel.
Dan een harde klap.
Inbrekers? Nee, zal wel niet.
Nog een klap.
Als het aanhoudt vast het nummer van de politie in mijn hoofd prenten.
144? o nee, dat redt een dier.
Een kwartier later de ‘grote prooi’-loei en ik denk: als er nog katten rondlopen met een muis in hun bek zijn er géén inbrekers.
Vanochtend zie ik chaos.
Chaos in de keuken waar de radio van de magnetron is afge’vallen’.
De pillendoos voor Guus ligt op de grond, pillen over de vloer.
De kan van de citruspers ook vanaf het aanrecht tegen de grond gewerkt.
Klaargelegde poststukken bij het halletje overal verspreid.
Dit krijgen muizen niet in hun ‘eentje’ voor elkaar.
Dit móet gedaan zijn door de katten.
De schatjes proberen me te helpen bij het verdelgen van het opdringerige muizentuig.
Janna zegt
misschien komt er ’s nachts wel van alles tot leven in je keuken, niet toevallig een nieuwe notenkraker aangeschaft? ..
hihi
maar de katten doen dus hun best