Ik sta voor het slaapkamerraam, kijk naar buiten en zie in de vijver iets kleins bewegen.
Een net geboren meerkoet of waterhoen? Onwaarschijnlijk.
Een jonge zangvogel dan. Die met een onhandige vlinderslag tracht het vege lijfje te redden.
Ik sprint naar beneden, kijk in de vijver – niets.
Ik pak toch maar een schepnet en nu zie ik een donkere, modderige verdikking onder het kroos.
Ik vis het op en het *lijkt* alleen modder maar in die modder zit een jonge spreeuw.
Op dat moment leeft hij nog nét.
Daarna weet ik het niet.
De oogjes staan gefixeerd maar zijn niet overglaasd.
Hij beweegt niet.
Ik probeer de spreeuw wat af te drogen en wat op te warmen.
Ik praat ertegen. Ik kijk om me heen hopend dat verontruste ouders zullen roepen en hem uit de shock halen.
Aangenomen dat hij in shock *is*.
Na twintig minuten zie ik het somber in.
Ik leg het vogeltje in een bloemenbak.
Stiekem hopend dat hij tóch in shock is en door de zomer en de vogelgeluiden weer herstelt.
Nu, een half uur later, ligt hij er nog.
Ik denk dat hij dood is.
Geef een reactie