Ik had tickets voor een Liederabend van Edita Gruberova in Boedapest.
Gekocht eind juni na een avond met de toen nog zo lieve Marija.
Omdat zij graag erheen wou.
En ik houd niet zo van liederen maar het leek me (toen) leuk om met haar erheen te gaan.
Tickets gekocht op de eerste rij in het midden.
Aan de voeten van ons idool.
Sindsdien is Sammie ziek geworden en is de vriendschap met de bij nader inzien toch niet zo lieve Marija beëindigd.
De afgelopen weken dacht ik vaak: zal ik wel naar Boedapest gaan.
En stelde de beslissing steeds uit.
Tot vanmiddag. Ik ga niet.
Wat te doen met de tickets.
Ik kan proberen ze te verkopen.
Na overleg met S. besluit ik te doen wat mijn hart me ingeeft: ze schenken aan Marija die immers zo graag naar dit concert wou.
Ik stuur haar een mail.
En verwacht eigenlijk geen antwoord.
Dat komt wel.
Dat ze niet kan omdat ze de dag ervoor een examen heeft.
Ik probeer nog: dit is de dag erna.
Misschien fijn om je te ontspannen.
Of er nu nog iets komt?
Wat ik vooral merkte: ze raakt me nog steeds.
Ze heeft me klote behandeld, ze heeft me op mijn hart getrapt.
Maar als ze weer contact zou willen, zou ik dolblij zijn.
Tegen beter weten in.
[de eerste reactie was zakelijk-niet-onvriendelijk, de tweede met ook ‘nee’ was tamelijk bot]
Geef een reactie