Is het omdat ik vrouw (soft) ben, is het omdat ik niet tgen conflicten kan, is het – de godin mag het weten.
Maar ik word dus doodziek van dat gekat van de politici op elkaar.
Zojuist naar het verkiezingsdebat in het Jeugdjournaal gekeken.
JP, Wouter, Jan en Mark.
In schoolbankjes.
En ze gedragen zich voorbeeldig.
Zijn zelfs aardig tegen elkaar.
(gemeend of niet)
En ik luister met oren die zoveel opener zijn.
En een geest die bereid is te denken.
Maar vooral houdt me bezig: kan dit niet altijd?
Wie heeft bedacht dat jullie elkaar de hersens verbaal moeten inslaan?
Welke kiezer vindt dat wél leuk?
Déze kiezer niet, in elk geval. Ik dacht altijd dat verkiezingen over de inhoud gingen, maar deze campagne gaat alleen maar over winnaars, verliezers, draaikonten en stropdassen. En daar wordt niemand wijzer van. 🙁
Ik heb nog niemand gehoord die er wel positief over was. Maar dat kan aan mijn vrienden-/kennissenkring liggen natuurlijk.