Ik was vooral blij toen ik weer thuis kwam en allebei mijn katjes achter de voordeur zag staan.
Zij blij mij te zien, ik blij hen/hun (ik weet het nooit precies, sorry) te zien.
Koffer laat ik beneden staan, mezelf sleep ik de trap op en dan in bed.
De katten aarzelen geen seconde en kleven zich aan me vast. Zó vast dat ik me niet meer kan bewegen. Letterlijk.
Wanneer ik uren later opsta, loop ik stram.
Waarvoor méér verklaringen zijn maar twe uur in 1 houding liggen met twee kattenlijfjes tegen je aan maken het alleen maar erger (en fijner – tis maar hoe je er naar kijkt).
Beide katten bijven mijn gezelschap zoeken.
Alleen: niet sámen. Terwijl ze ‘normaal’ veel samen optrekken.
Loki zit als het kan op mijn bureau tegen me aan geleund. En anders achter de monitor.
Lex geeft de voorkeur aan rolmops spelen met mij op bed.
Ze geeft een klein kreetje wanneer ze op bed (en op mij) springt, gaat dan even marcheren waarna ze zich oprolt.
Vanochtend vroeg … een wonder! Loki die zich nog niet op bed vertoonde verklaart op bed zijn liefde aan mijn linkerarm en hoofd (doet er voor de fun wat nageltjes bij – maar dat mág!) om na een half uur ietsje richting voeteneind te gaan.
Waar Lexje ligt.
Everybody happy! (vat ik dan maar samen)
Geef een reactie