“Wat wil jij worden, later” mailt iemand me (ik had hem gevraagd wat zijn zonen willen worden).
Grapje, denk ik eerst. Want voor mij is er geen ‘later’.
‘Gelukkig’ dan?
Das niks.
Toch even serieus. Wat zou ik écht graag zijn.
Journalist.
Het liefst bij VK en dan het liefst boekenrecensent.
Maar dat was ik al en daar ben ik weg-gedaan.
Tegelijk wil ik jurist zijn.
Zo 1 die in commissies zit en onderzoeken doet.
Bv naar klachten over politieoptreden. En dan mooie adviezen schrijven.
Mooi kwa tekst, goed leesbaar, spannend.
En het juridisch gedeelte perfect onderbouwd en dan ook nog zo geformuleerd dat niet alleen de mede-jurist het snapt maar ook de gewone burger.
Maar dat was ik ook al (tien jaar politieklachtencommissie in Amsterdam).
En daar ging ik zelf weg uit woede dat ik opeens moest samenwerken met een non-valeur.
Alleen journalist zijn is ook goed.
En dan dit keer gewaardeerd worden/blijven.
En beter betaald dan ik werd.
Confronterende vraag was dat.
Want ik blijk te willen worden wat ik ben geweest.
Mijn verleden was wat ik zou willen dat mijn toekomst was.
Jaap zegt
Ik herinner me die recensies uit de VK. Ik las ze omdat ze goed waren, hoewel niet mijn onderwerpen. Maar betekent ‘weggedaan’ toen ook: ‘niet welkom’ nu? Ooit zei je: Ik doe het niet meer, ze zien me al aankomen. Maar reputatie verdampt niet. En: schreeuwend gebrek aan goede recensies.
Jeanne zegt
Ik denk niet dat de reden voor ‘weg doen’ veranderd is nl: we willen een jonger publiek aanspreken en Jeanne is te oud.
Ik ben nu nóg 6 jaar ouder.
Bovendien zie ik vrijwel nooit meer besprekingen op wat vroeger ‘mijn terrein’ was.
Wat erop kan duiden dat ze die onderwerpen niet meer belangrijk vinden.
Enniewee – no wee ga ik vragen of ik terug mag komen. Zij moeten *mij* vragen.
Wat niet gebeurt.
Hippo zegt
Hebbie niks aan maar ik ga het toch zeggen/tikken: nu heb je wel meer tijd, om ons blij te maken met logs en foto’s, en om te reizen.