Er is een radioreclame over kozijnen (ik noem met opzet het bedrijf niet, ga ze niet nog eens extra exposure geven).
Verhaaltje:
man *is* thuis, vrouw *komt* thuis.
Het blijkt nergens uit maar ik dénk dat hij een onduidelijke klusser/huisman is, mogelijk werkloos, wie weet ZZP-er met een matig lopende toko.
Zij daarentegen heeft een prima baan.
Kijk eens, zegt de huisman, er zijn nieuwe kozijnen van bedrijf X.
Mooi, vindt zij. Echt een heel verschil.
En speciaal voor jou, liegt de nitwit, zit er ook zonwering bij.
(die doet dat bedrijf er altijd gratis bij, is een actie)
“Lieverd!” kirt zij nu.
Omdat ze dus denkt dat hij tot aan de bodem heeft getast van zijn toch al geringe spaargeld.
En dat voor zonwering.
Waar zij blijkbaar al jaren hitsige dromen van heeft.
Ik weet niet wat me het meest stoort aan deze reclame.
Dat hij denkt dat hij wegkomt met een leugen? Goeie kans dat zij wanneer ze de volgende keer op weg naar haar goede baan de autoradio aanzet ze hóórt dat ze is belazerd.
Dat zij diep vertederd is vanwege het monteren van zonwering?
Het is iets aan de manier waarop ze dat “lieverd!” uitspreekt.
De dankbaarheid voor zo’n groot(s) gebaar.
Wat nog niet eens een echt gebaar *is*.
🙂
ik ben dus blijkbaar niet de enige die me zo stoort aan deze reklame. Ook de voorganger van deze overigens, met een soortgelijke leukgen, die jij wellicht niet hoorde omdat je er toen waarschijnlijk niet was. Er zijn wel meer van die ‘lieverd’ reklames waar ik me mateloos aan erger (nu één over een tv, en er is er ook één over vakanties). Je moet toch heel wat doorstaan als radioluisteraar 🙁
oeps, die leukgen moet natuurlijk leugen zijn.
Ja! de tv! alleen roept die vrouw geen ‘lieverd!’ maar ‘schat!’ wanneer blijkt dat de aanvankelijke belofte ‘we gaan naar Rio’ betekent dat haar loser van een man een grote tv heeft aangeschaft om voetbal te gaan kijken 🙁