Al twee dagen zie ik Guus loeren achter de omgevallen boom naast het huis.
Ergens daar achter woont iets dat hij buitengewoon aantrekkelijk vindt.
Vanmiddag, ik heb R. aan de lijn: Guus komt binnen met de ‘grote prooi’-loei.
Voor mijn voeten legt hij een dood klein muisje.
Omdat er geen redden meer aan is doe ik maar wat er van me verwacht wordt en prijs uitbundig “mijn grote krijger” die o, wat is hij dapper, helemaal zelf dat kleine diertje heeft gevangen en voor mij heeft binnengebracht.
“En eet hem nu maar op” zeg ik ook nog maar Guus hoeft ‘m niet.
Hij is voor mij.
Yammie.
Brenda Reyne zegt
Van die dode muis, vind ik het zieligste, zegt Joanne. Al dat bloed is er uit gelopen.
En ook ziet ze duidelijke verschillen tussen Guus en Kees. “Het kopje”. Kees heeft meer zwart. En ook op zijn lichaam.
djeeny zegt
moooi en lekker