Ik heb het wel eens verteld en anders was het zeker op te maken uit mijn stukjes: ik kan niet tegen kritiek.
Helaas is het mijn eigen onhandigheid die soms kritiek uitlokt.
Omdat ik teveel over mezelf vertel bv.
Mn over dingen die ik moeilijk vind.
Waarmee ik niet bedoel dat ik in tranen mijn hart sta uit te storten over mijn intiemste gevoelens.
Maar gewoon dat ik, vaak om ‘conversatie te maken’, omdat ik het foute gevoel heb dat ik iets moet zéggen, zomaar iets vertel.
Wat anderen ertoe brengt hun ongezouten mening te geven.
= kritiek op mijn gevoel, mijn leven, de dingen die ik dóe
Ik verbaas me daar wel eens over.
Want wanneer anderen *mij* iets vertellen over hún leven dat ik merkwaardig vind, dénk ik wel eens ‘wat raar, zo zou ik het nou nooit aanpakken’ of ‘zo zou ik dat niet voelen’ maar het komt niet eens in me op om dat te zeggen tenzij er nadrukkelijk naar wordt gevraagd.
En zelfs dán.
(mocht ik het bij jou, lieve loglezer, ooit wel hebben gedaan dan verontschuldig ik me bij deze – ik streef ernaar dit niet te doen)
Ben ik nou te omzichtig?
Me te zeer bewust van andervrouws gevoelens zodat ik vermijd daar zomaar hard op in te gaan hakken?
En/of straal ik ‘slachtoffer’ uit zodat anderen zonder enige terughoudend uit mij wel corrigerende petsen menen te kunnen verkopen?
Hoe ik hierop kóm.
Af en toe zit ik met iets.
Vroeger belde ik dan Roelof.
En al formulerend kwam ik vaak zelf al met de oplossing.
Omdat hij me aanhoorde en hoogstens wat sturend vróeg.
Nu is er geen Roelof meer.
En zijn er alleen nog mensen met meningen.
(je mág reageren op dit stukje maar je begrijpt al dat het ijs aan de gladde kant is)
Geef een reactie