Toen ik net in dit dorp woonde, deed ik mijn best me aan te passen maar tot aan een zekere grens.
Zo’n grens was: wanneer er in deze voor-Pasen-periode dorpelingen aan de deur stonden om eieren te verkopen tbv de kleuterschool zei ik “ik heb zelf kippen, ik stik in de eieren dus nee – bedankt”.
Dat is niet de manier waarop men dit spel behoort te spelen.
Deze week krijg ik een foldertje in de bus dat ze met eieren langs komen op vrijdagmiddag of zaterdagochtend.
Twintig eieren kosten € 4,75.
Ik leg een briefje van 5 Euro klaar, haal géén reserve-eieren bij de Plusmarkt en wacht af.
Gisteren: geen dorpelingen op de stoep.
Vanochtend: óók geen dorpelingen op de stoep.
Nu kán het zijn dat ze wat uitlopen.
Maar ik begin het somber in te zien en straal intussen ‘hup Greta! hup Klaartje!’ richting mijn eigen kleumende kippetjes in de hoop dat ze met de vleugel over het lieve hartje strijken en denken: vooruit, elk één eitje dan, voor het vrouwtje.
[Update: Het dorp heeft me idd in de steek gelaten maar mijn lieve kipjes niet!]
Geef een reactie