Collectief leed treft individuen.
Ik weet het maar toch voel ik het telkens pas wanneer ik met die individuen word geconfronteerd.
Vanavond een reportage in Netwerk. Mensen in Georgië. Oude mensen.
Want zij zijn achtergebleven, jonge mensen zijn gevlucht.
Een man die zijn vrouw dood vindt na een bombardement door de Russen.
Zij is zijn alles. Ze hebben geen kinderen.
Hij durfde haar niet naar het kerkhof te brengen dus begroef haar gewikkeld in doeken in de tuin. We zien de plek. Later groef hij haar weer op en bracht haar toch naar het kerkhof.
Een oude vrouw. Haar huis is aan alle kanten getroffen maar erger: haar gehandicapte zoon is weg. Die kan niet zonder haar. Ze kan hem niet vinden.
Voor haar is het niet erg, zegt ze. Zij is oud: 67. Maar hij – wat moet hij nu.
Dat is groot leed, oorlogsleed. Maar er is ook ‘klein’ leed dat groot leed is.
Voor Fanlog houdt NOS-sportverslaggever Andy Houtkamp een Olympische Spelen-dagboek bij. Hij vertelt er over de Spelen en over Peking maar vorige week ook over (zijn woonplaats) Hoofddorp waar een brand had gewoed. Citaat: “Zo is er de moeder van kennissen van ons die in nachtpon, zonder haar bril en kleding en, wat voor haar nog erger was, zonder haar vogeltje met moeite het huis uitgevlucht en radeloos buiten opgevangen.”
Als ik zoiets lees, voel ik de pijn. Ook dan voel ik de pijn.
En ik denk: misschien is dat wel wat journalisten moeten doen.
Niet alleen the big picture schilderen, de macht tussen grootmachten. Maar hoe dat gedoe met die macht kleine, echte mensen raakt.
En bij een brand: het vogeltje.
En nog veel meer.
Geef een reactie