Voor vandaag had ik een mini trip gepland naar Boedapest.
Die heb ik afgezegd.
Een muts reageerde met dat Roelof het vast wel goed had gevonden als ik naar dat concert was gegaan.
Alsof ik dacht dat zijn geest bozig over mijn schouder zat te loeren en me zat in te stralen dat ik voorlopig géén ‘fun’ mocht hebben.
Een concert in Amsterdam, dat was te doen geweest.
Maar twee dagen eruit voor een concert. Naar een stad waar ik ook nog eens niks mee héb.
En – het ergste – na het concert is een feestje gepland met de ster en met een paar leuke mede-fans.
Dat feestje, dat zou ik echt niet kunnen opbrengen.
Terwijl direct na het concert ‘nou, tabee dan’ zeggen en wegsluipen terwijl ik was bedoeld 1 van de 12 feestvierders te zijn – dat zou ook weer zo gek zijn.
En ook weer vreemd voelen.
Daarom: geen mini trip.
En als ik vandaag de berichten lees van de medefans die wél in Boedapest zijn, dan realiseer ik me eens te meer wat een goede beslissing het is geweest om *niet* te gaan.
Zoveel vreugde, zoveel lol, zoveel gezelligheid.
Het is niet dat ik steeds zit te janken, maar dat ‘plezier’ is nog niet terug in mijn leven.
heel begrijpelijk, hoor.