Woensdag was ik naar München voor een mini trip.
Lucrezia Borgia met Edita Gruberova.
De ideale uitvoering staat op dvd en die is met Pavol Breslik in de rol van Gennaro.
Nu zong een andere tenor en ik vond ‘m helemaal niks.
Eigenlijk was hij niet eens zo slecht.
Maar zoals de aardige man die naast me zat en die Klaus heette al zei: “he is not Pavol Breslik”.
De bariton en de mezzo waren geweldig, Edita Gruberova overtrof mijn verwachtingen zeker omdat ik wist dat ze ziek was geweest (en daarom haar concert in Hannover waarheen ik had willen gaan) had afgezegd.
Ik trof er enkele aardige mede-fans.
En na de voorstelling wachtten we bij de stage door.
We wachtten wel een uur en nog steeds geen Edita.
Een van de fans vertrok: hij had de volgende ochtend een vlucht om zeven uur.
Ik bleef staan.
En ging me na een tijdje afvragen: sta ik hier nou echt nog omdat ik per se Edita wil zien of omdat ik bang ben door de special fans opnieuw te worden gebrandmerkt als so-called fan omdat ik wegga.
Ik realiseerde me dat het dat laatste was en ik ging weg.
Wat het toch on-af maakte.
Want voor mij hoort het erbij, na de voorstelling de ster nog even zien.
Ik hoef niet eens per se met haar te praten. *Zien* is voldoende.
Deze foto nam ik van het applaus.
Geef een reactie