Er was een muggenplaag voorspeld. Vooral bij stilstaand water.
Dat moest je daarom leeg gooien.
Wat niet kan als je aan een sloot woont en een vijver hebt en een waterbakje voor de kippen.
De muggen lieten me betrekkelijk ongemoeid. Tot vannacht.
Een zéér hardnekkige dame heeft mijn bloed nodig om haar jongen te voeden.
Telkens wanneer ik bijna wegzak in slaap zoemt ze boven mijn gezicht. Mép doe ik. Weg is zij. Tot ik weer bijna wegzak in slaap.
Om half 6 heb ik haar te pakken.
Mép doe ik ongericht boven mijn gezicht. Ik raak haar en het geluid houdt op.
Waarna ik eindelijk wegzak in slaap en droom dat ik aan een ruime gracht sta uit te kijken over water waar mensen in zwemmen met walvissen en haaien.
Dat zou ik niet durven.
Dan wordt in het water een bak stollend beton gelegd.
Bovenop beweegt iets. Een vis of zoogdier is bedolven.
Iemand wenkt me. Ik moet helpen.
Ik help. Breek stukken beton af. Nou. Meer: stukjes.
Dan staat de man (want dat is het) op, nog onder het beton en loopt weg met een meisje.
Ik word weer wakker, nu spontaan.
Doodmoe.
Geef een reactie