Vrijdag ging ik naar Rigoletto, zondag ging ik in het Concertgebouw naar Jonas Kaufmann.
In de nacht van vrijdag op zaterdag zat ik nog helemaal te stuiteren van Rigoletto dus kocht ik (impuls!) nog een kaartje – voor vanmiddag.
Dat was tevens de laatste voorstelling.
De opera raakte me evenzeer, misschien zelfs meer.
Omdat ik al wist wat er zo’n beetje ging komen kon ik mijn aandacht verdelen.
En aan het slot zat ik weer net zo hard te janken toen die arme Rigoletto de dood van zijn dochter ‘mia Gilda… e morta!’ betreurde en voor de zoveelste keer terugdacht aan de vervloeking die over hem was uitgesproken: “La Maledizione!!!!”
In de pauze zag ik in de winkel van de Stopera dat de hertog (Saimir Pirgu) een cd had die je daar kon kopen en na de voorstelling zou een Signierstunde zijn.
Even overwoog ik het.
Maar ik zag er toch maar vanaf.
Wat moet ik tegen zo’n jongen (mooie) man zeggen die best beroemd blijkt te zijn maar wiens naam ik nu nog steeds moet opzoeken als ik hem wil noemen?
Ik zou dan toch minstens z’n cd moeten kopen waarvan ik nu al weet dat ik die nooit zou afspelen en dit weekend heeft me aan alle muziek bij elkaar al meer dan 500 Euro gekost.
Peanuts natuurlijk vergeleken met een mini trip naar München en al helemaal niet te vergelijken met – ik noem maar wat – Zürich.
Maar waarom dan nog een cd kopen die ik niet ga draaien voor een handtekening van een man tegen wie ik niks te zeggen heb?
Snel naar huis dus waar de kipjes nog nét niet op stok waren en ik Loki blij kon maken met een avondmaaltijd 20 minuten voor de officiële tijd.
Geef een reactie