Vorige week donderdag was ik in Berlijn voor een concert en de volgende dag vloog ik terug.
Normaal gesproken negeer ik degene die naast me zit zoveel mogelijk op als de ánder dat lijkt te willen een kort ‘knikje’ na maar nu zette de man eerst een doorzichtig ‘mandje’ op de stoel naast me met daarin een hond. Een dier! oh! wat leuk! zeg ik (ietsje anders en in het engels). En, omdat de hond zo relaxed is, vraag ik of hij hem drugs heeft gegeven. Maar nee, de hond is hieraan gewend.
Waarna ik naar mijn e-reader terugkeer en hij naar zijn Apple phone maar 5 minuten later begint hij een gesprek en het is best gezellig en gaat over dieren maar na een half uur ben ik echt kapót van al deze interactie en vraag ik me af hoe ik me er verder aan kan onttrekken (de vlucht duurt 5 kwartier).
Dan pakt hij zijn phone en grijp ik mijn Kindle en ik haal opgelucht adem maar wanneer we de landing inzetten begint het gesprek weer en het is écht een aardige man! maar ik bén niet sociaal.
Dan geeft hij me zijn kaartje en vraagt me hem te mailen want hij is vaak in Amsterdam en dan kunnen we koffie drinken.
Ik stop het kaartje in mijn tas en het ligt nu op mijn bureau terwijl ik al direct wist dat ik dat niet ging doen.
Tegelijk voel ik me een trut! zeker omdat hij bij het afscheid zei dat het zo leuk was geweest met me te praten en dat wás het ook wel (leuk met hém te praten) die eerste 20 minuten maar daarna vloog het me aan.
‘Social introvert’ is het mooie woord ervoor.
truus zegt
Was toevallig net begonnen met lezen in ‘Ik moet nog even kijken of ik kan’ van Liesbeth Smit. Veel herkenbare dingen.
Jeanne zegt
Ik voel me zo schuldig dat ik wel dat kaartje aanpak en knik alsof ik écht contact met hem zal houden en in Amsterdam koffie drinken terwijl ik op dat moment al weet dat ik dat nimmer nooit zal doen.