Het was wennen, hier.
Mooi huis, hoor!
Mooi uitzicht ook.
Maar ik voelde me er eerst niet zo op mijn gemak.
Mij was ‘wildlife’ beloofd en dat viel tegen.
*Niet* de beer die tot voor kort hier de trash cans zou hebben open gemaakt.
Ook niet de kuddes reeën die bij andere gasten elke dag voorbij zouden draven.
Wel elke ochtend bij het openen van de deur naar buiten het geluid van vogeltjes.
Ze zaten op afstand. Maar ze kwetterden.
De lucht was ook lekker. Berglucht. Fris, ‘gezond’.
Een enkel konijntje. 1x.
Wat vaker eekhoorns.
Die gretig aten van het ‘seed for wild birds’ dat ik aanbood.
Mooiste was: gistermiddag zat ik in de ’tuin’ en dacht in de verre verte een roofvogel in een boom te zien.
Ik maak een foto. Blijkt het een eekhoorn te zijn.
Hóóg in een boom.
Die na een tijdje erg hard gaat krijsen.
(google leert: de alarmroep van de eekhoorn die collega’s wil waarschuwen dat er een griezel in de buurt is)
De eekhoorn zit vele uren in die boom.
Ook stil.
En vanochtend weer (aangenomen dat het dezelfde is).
Ik denk dat als ik hier langer was gebleven, ik iets moois had kunnen opbouwen met de eekhoorns.
Mij maakten ze gelukkig.
Dit is wat ik nodig heb: diertjes.
Foto’s zoek ik tzt thuis wel uit.
Geef een reactie