Bijna drie dagen stond de kooi-met-caaf op tafel.
Eerst zag ik helemaal geen caaf, vanochtend zag ik een neusje dat wanneer ik deed of ik er niet was snel het lekkere hapje (witlof, komkommer, andijvie) weg griste.
Gisteren mailde ik het meisje dat me helpt met het schoonmaken van de hokken.
Of zij iemand zou weten die tegen betaling zes weken een caaf kon verzorgen: spul in bekje doen en een beetje lief voor zijn.
Ze wist niemand mailde ze terug.
Vanochtend geregeld dat mijn werkster Kopan onder haar hoede neemt.
Hij komt te staan in een kamer waar ook parkieten staan. En chinchilla’s (of misschien staan die in een andere kamer, dat begreep ik niet goed).
Toen ik eind ochtend naar beneden liep was de tafel leeg. O nee, dacht ik, ze zal hem toch al niet in de auto hebben gezet. Ik heb geen afscheid kunnen nemen.
Maar hij stond nog in het halletje.
De hele kooi met inhoud. Dág Kopan dus tegen een berg hooi waar een caaf onder moet zitten.
Ik mag hem een keer komen opzoeken, zei ze.
Maar dat doe ik niet. Want ik héb niks met hem. Niets knuffeligs. Tis geen kat.
Toch is de tafel wel leeg zo ineens.
Geef een reactie