In de hal van de Plusmarkt staat een meisje van een jaar of 20. Of ze me een paar vragen mag stellen.
Waar is het voor? “Voor school.” Over Noordholland.
Vraag 1. “Voelt u zich rijper.”
*Rijper*? Bedoelt ze nou of ik me een oud wijf voel?
Nee, ze bedoelt of ik als mijn identiteit ‘Rijper’ ervaar. Als in: inwoner van De Rijp.
Dat voel ik me niet want ik woon niet in De Rijp.
Noordhollander dan? Ook niet.
Nederlander? Ja, doe dat maar (anders wordt dit wel een heel lange ‘paar vragen’).
Of ik Noordholland aantrekkelijk vind om in te wonen. Ja, hoor.
Maar ze bedoelt: aantrekkelijker dan andere provincies. Geen idee. Doe maar: ja.
Zijn er genoeg ‘ontspanningsmogelijkheden’.
Dat is pas echt een rare open vraag. Wat bedoelt ze?
“Nou, bv fietsen en museumbezoek.”
Maar dat is toch iets heel anders? En ik leg uit over dat ik zowel de opera ervaar als ontspanning als ook de natuur in Grootschermer.
Meisje kijkt me glazig aan. Zodat ik in het belang van ‘ik wil weg’ en niet ‘van het onderzoek’ er verder wat vage slagen naar sla of antwoord met “geen idee” (over watersport en de kust).
Dan: wat is het meest aantrekkelijk aan de provincie.
O got. Vooruit dan maar: Amsterdam. Wát in Amsterdam? (nu moet het opeens wel concreet)
“De grachtengordel.”
Waarna de jonge onderzoekster wil weten hoe oud ik ben en ik toch maar eens vraag voor wélke school dit is. Hogeschool Noordholland. Studierichting Toerisme.
En eigenlijk wil ik weten of zij dit flutonderzoekje in d’r eentje in mekaar heeft gezet of dat ze er met een projectgroep wel drie middagen op hebben zitten zwoegen.
Maar ik laat het maar zo.
Want van beide antwoorden zou ik zijn geschrokken en geschrokken was ik nu eigenlijk ook al genoeg.
Geef een reactie