Toen Eebje oud werd, werd ze doof.
Guus is bijna vijftien dus vermoedt R. dat die ook doof wordt.
Omdat Guus me niet staat op te wachten wanneer ik thuis kom.
Ik denk dat het anders is.
Ik denk dat Guus op zijn hoede is omdat R. hier vorige week is geweest.
Dat hij denkt: dadelijk is R. er wéér bij en moet ik naar de dierenarts.
Niet erg logisch aangezien het de vorige keer werkster E. was die hem ving voor de dierenarts.
R. heeft hem al erg lang niet gevangen.
Maar logisch denken is niet elke kat gegeven.
Laatst sta ik in de woonkamer en Guus ook wanneer de postbode een enkel poststuk in de bus laat glijden.
Guus bedenkt zich geen seconde maar sprint de trap op.
Het vege lijf moet immers gered.
Zodat ik gisteren nadat ik ben weggeweest direct naar boven loop.
En wie kruipt plat op de buik onder het bed uit?
Juist, Guus.
Net nog eens geprobeerd.
En jawel.
De kleine held had zich opnieuw verstopt toen hij me hoorde binnenkomen maar nu blijkt dat ik alleen ben durft hij.
Met z’n oortjes is in elk geval niets mis.
R zegt
Gelukkig mankeert de oortjes niets, dus hoeft Guus niet naar de dokter.
PS: als Guus heeft gezien dat J. met haar koffer is vertrokken (naar Amerika) en ik met mijn koffer het pand betreed, is Guus’ paniek voorbij en gaat hij op de stand `behoedzaam’ over – op etenstijden op de stand `eten’.
Shabnam zegt
Hiha, heerlijke kat