“Je klinkt opgewekt” zegt R. gisteravond tegen me.
Ik zeg dat ik ook opgewekt bén.
Zit er dan niets tegen? Tuurlijk wel.
Zát.
Maar doet er niet toe en bovendien valt de jetlag ook reuze mee.
Dat laatste had ik beter niet kunnen zeggen.
Gisteren ga ik om half tien naar bed, om twaalf uur word ik weer wakker.
Wat ik blijf.
Om half vijf geef ik het op met als voordeel dat ik nog een stukje Ella Vogelaar in Buitenhof zie (gisteren niet aangezet om Peter van Ingen te mijden).
Vogelaar doet het goed. Ze klinkt ook beter. De stem die ik eerst zo naar vond is nu aangenaam.
Dat kan ik niet zeggen van Peter van Ingen die nog steeds meent dat ‘scherp interviewen’ tot uitdrukking komt door 5x dezelfde vraag stellen en keer op keer zijn gesprekspartner in de rede vallen en dwars over haar heen denderen.
Verder op het overloopje een muis, kadootje van Guus.
De grote krijger hartelijk bedankt en heftig geprezen.
En nu dodelijk vermoeid maar vol goede moed de dag grijpen.
roelof zegt
Mijn (erg leuke) tante Ruth mocht graag bij het autorijden dit lied uit `Oklahoma’ zingen:
Oh, what a beautiful mornin’,
Oh, what a beautiful day.
I got a beautiful feelin’
Ev’rything’s goin’ my way.
Dus sing along op weg naar de rosbiefwinkel!
Jaap zegt
Peter van Ingen ja, een hoekig en gruizig mannetje dat ieder gesprek in mootjes hakt. Was hij maar ad rem, maar ook dat niet. Was hij maar geestig, niets daarvan. Sympathiek? dat nog het allerminst.