Vannacht bedacht ik: ik breng lief klein wegloopkonijntje vandaag naar de Opvang.
Dan moet het daar twee weken wachten of de eigenaar het komt ophalen.
Gebeurt dat niet dan heb ik twee weken om te bedenken of ik lief klein wegloopkonijntje zélf wil hebben/houden.
Misschien denk ik dan: ik móet dit lieve konijntje in mijn leven hebben.
En misschien heb ik het na een dag of drie al uit mijn systeem.
Dat zou wel makkelijk zijn.
Dan is het probleem opgelost.
Ik vertel het R. terwijl we naar mijn huis rijden.
We lopen de tuin in op zoek naar lief klein konijntje en R. wijst me naar achter het tuinhek: is dat ‘m misschien?
Inderdaad. Aan de overkant van de straat, bij mijn auto.
Shit shit shit.
Waarna ik alleen maar sta te staren hoe het met haar gaat want laat ze ALSJEBLIEFT niet voor mijn ogen worden overreden.
Een half uur later: konijntje zit in de tuin en R. heeft haar gevangen.
We doen haar in een mandje en brengen haar naar het Knaagdierencentrum.
Daar wordt ze geïnspecteerd.
En lief klein wegloopkonijntje heeft balletjes en een piemeltje en is een *man*.
(foto is onscherp door de schrik)
De deskundige van de Opvang schat de leeftijd op 2 jaar, ziet een beet op het lieve neusje maar verder een goede conditie.
Lief klein wegloopkonijntje moet ingeschreven in de computer. Weten wij een naam? Ik niet. Maar R. bedenkt: Otto.
Hij krijgt als kwalificatie: Heel lief.
En wordt geplaatst in een erg klein erg donker hokje.
Alsjeblieft alsjeblieft alsjeblieft eigenaar: zoek naar hem en haal hem op.
Want dit konijn heeft giga ruimte nodig en ik wil best voor een miniren een stukje tuin slopen.
Maar of ik nou genoeg van ‘m houd om een 20 vierkante meter weelderige jungle tot Otto+vriendin-ren te maken?
Ik weet het niet.
Ik denk eerlijk gezegd: niet.
Sandra zegt
Otto heeft in elk geval die typische Otse eigenwijsheid 😀