(nooit meer naar de) Dokter
Anderhalf jaar geleden ging ik naar de huisarts met iets dat niet-zo-ernstig was.
Het zou leiden tot een dag in en uit een ziekenhuis voor een snelle operatie.
Fluitje-cent, appeltje-ei.
Alleen bleek het méér te zijn en toen belandde ik voor vijf dagen in het ziekenhuis waaraan ik terug denk als de ergste dagen van mijn leven.
Ik zet het nu niet af tegen het verliezen van een geliefde, ik bedoel dat ik me nooit eerder zo machteloos en als object behandeld heb gevoeld. De enkele aardige verpleegkundige viel echt op. Omdat het een ‘enkele’ was.
Ik denk er nog regelmatig aan terug.
Naar aanleiding van iets of iemand of ‘zomaar’.
Een gevolg is ook dat ik nu niet meer naar de dokter wil.
Niet dat ik de jaren ervoor elke week langs ging voor een wissewasje zoals vrouwen van mijn leeftijd geacht worden te doen. Maar eens in de twee jaar kon het toch wel gebeuren.
Nu héb ik af en toe iets en dan google ik en soms zegt google dat ik het beter even met mijn huisarts kan bespreken en ik denk ‘no way!’
Het ligt niet aan die huisarts. Die is hartstikke aardig.
Het is ook niet dat ik serieus denk dat een oriënterend bezoek aan de huisarts onvermijdelijk zal leiden tot een nieuwe duik in het medisch circuit met als logisch slot een ziekenhuisopname.
Het gebeurt ook bij probleempjes die me onmogelijk richting hospitaal kunnen sturen.
Wat vijf dagen ziekenhuis met een (deze) vrouw kunnen doen.
Schrik
Lang geleden raakte ik eens een hoop vakantiefoto’s kwijt omdat ik in een camera een geheugenkaart gebruikte die er te ‘zwaar’ voor was.
Opeens waren ze weg.
En kenners zeiden: stuur maar naar mij, ik heb daar een speciaal progje voor.
Maar ze bleven weg.
Nu gebeurt me iets vergelijkbaars door mijn eigen schuld.
Ik pleeg gemaakte foto’s over te zetten op mijn computer maar niet allemaal. Soms denk ik: later.
Of ik bewerk een foto op de camera en sla hem op het kaartje op.
Vanochtend wil ik wat van die foto’s terugkijken.
Allemaal verdwenen.
Ik vermoed dat ik per ongeluk de Sd card heb geformatteerd.
Ik kan er niet bij hoe ik zo stom heb kunnen zijn.
Vogeltje in Pioneertown, CA
Rituelen
Sinds ik terug ben uit Amerika hebben Loki en ik een nieuw ritueel.
Vroeger ging ik ’s nachts wanneer ik hem miste even de trap een paar treden af en dan lag hij op tafel of op zijn toren en soms kwam hij dan naar me toe en lag verder op bed.
Nu ligt hij daar niet maar zit hij buiten op het tafeltje op het terras achter het huis.
Waar hij overdag ook wel eens zit. En dan (overdag én ’s nachts) bedoelt hij: laat me binnen.
’s Nachts bedoelt hij óók: en nu wil ik iets eten.
*Dus* geef ik hem dan een super lekker zakje van 50 gram, nu eens Gourmet, dan weer Sheba.
Razend duur maar ja, je houdt van zo’n kat, hè…
Intussen heeft Loki me goed afgericht.
Hij wacht elke nacht achter het huis tot ik kom opdagen.
Heel soms, om me scherp te houden, zit hij in de heg van het huis aan de overkant.
Als hij me dan ziet opduiken achter de voordeur komt hij aansprinten.
En ja, ook dán verwacht hij een lekker hapje.
Waarom het werkt, geen idee.
Wel van dat ‘lekkere hapje’.
Maar hoe weet ik dat ik hem moet binnenlaten?
Maakt hij geluid en hoor ik dat, hoewel hij erg zacht mauwt?
Of voel ik het?
Want het is niet zo dat ik elk half uur even ga kijken.
Vannacht nog: ik sta op, loop naar het slaapkamerraam, kijk naar beneden en daar zit Loki die vanaf het tafeltje naar boven kijkt.
Hij beloont me wél als ik hem dan voer.
Soms. Niet altijd.
Zodat ik extra dankbaar ben wanneer ik hem op bed voel springen en zachtjes hoor spinnen.
Er is een reden dat ze zeggen dat mensen kattenpersoneel zijn.
Egel!
Vlak voordat ik naar Amerika ging zag ik een keutel van egel op mijn terrasje.
Ik ging eitjes voor hem/haar neerleggen en vroeg de oppassers dat ook te doen en liet er ook geld voor achter. Zij vonden het na een paar pogingen te veel geklieder.
Ik deed het weer wél maar het duurde tot vanavond dat ik egel weer zag. Behendig een van de eitjes krakend die ik met een pets erop (zodat het kraken makkelijker werd) op het terras had achtergelaten.
‘Schatje-schatje’ dacht en zei ik.
Egel slurpte de eitjes en ik hoop dat egel een vol buikje heeft en een beetje gelukkig is.
Balen
Ik zou dinsdag naar een concert in München gaan met een vriendin die liet weten dat ze verhinderd was.
Een kennis-vriend met wie ik al eerder concerten bezocht wou wel mee en vroeg of het goed was als hij me ter plaatse betaalde. Tuurlijk.
Toen besloot ik om toch niet zelf te gaan (had iets te maken met mijn ziel die zich niet optimaal voelde en daar laat ik het nu even bij kwa informatie).
Ik bood dat kaartje te koop aan en het wou niet erg lukken en toen gaf ik het weg aan een aardige vrouw die me er toch nog € 50 voor betaalde én me heerlijke parfum stuurde.
Omdat ik dus niet zélf zou gaan stuurde ik die man het kaartje dat voor hem was bedoeld.
Aangetekend. Op mijn kosten.
Het kwam aan, zag ik, op 11 juni.
Ik kreeg geen bevestiging dus ging na een kleine week eens informeren.
Inderdaad: ontvangen. En hij hád geld willen overmaken maar er was een probleem met de informatie van de bank (zijn bank wou meer weten) en hij zou de vragen van de bank doorgeven.
Niets.
Toen gaf de sopraan in Wenen een concert en ik zag flarden en ik dacht: ik wil er toch heen! en ik mailde hem: als jij NIET gaat… dan wil ik zelf alsnog gaan.
Ik checkte KLM, ik checkte hotels. En elke dag zag ik de prijzen stijgen.
Ik checkte ook de site van de Bayerische Staatsoper denkend: als er een prima plaats vrij komt, koop ik die!
Maar er kwam geen prima plaats en het is al dinsdag en de prijzen zijn nu idioot hoog.
Van deze man niets meer gehoord.
Mogelijk heeft hij een ongeluk gehad. Of is hij zwaar depressief.
Maar alles minder dan ‘dood’ vind ik eigenlijk geen goed excuus.
(wat wel heel hard klinkt en zo is het ook weer niet bedoeld maar ik baal dus behoorlijk)
Ergens onderweg
Vliegende vriendjes
Bijen en hommels en ander spul
Ik verbaas me er ook over hoe ik van een vogelaar, die in Amerika gefascineerd is door hagedissen en zich daar graag laat verrassen door een coyote en een bobcat, hier opeens verander in een vrouw die fanatiek naar bijen en hommels speurt.
Het overkomt me een beetje. En de aanleiding was dat ik de tuinman verzocht de smeerwortel (een woekerende plant die ik niet leuk vind) met wortel en tak uit te roeien.
Hij stond al jaren naast de vijver direct achter het huis en sloeg dan over naar de andere kant van dat pad (richting de buren op nr 15) en ik rukte aan zijn stengels maar hij lachte me uit en zodra ik mijn rug had gekeerd woekerde hij vrolijk verder.
Te vrolijk wat mij betreft.
De tuinman verwijderde maar keek er spijtig bij.
Ik volgde zijn blik en begreep het: hommels kwamen af op deze plant. En hij is een bijenman.
Zodat ik een compromis sloot. Wat er nu werd verwijderd was wég maar als de plant weer verder woekerde zou ik hem dit seizoen zijn gang laten gaan.
Dat nam de smeerwortel ter harte want idd: woeker-woeker.
Maar ook: hommels hommels.
Hier lees ik over de smeerwortel. En ook over de hommels die hem bevruchten.
“Omdat de bloemen vrij lang en smal zijn, kan de bevruchting van de plant alleen plaatsvinden door langtongige insecten, zoals langtongige hommel. Korttonggige hommels kunnen niet ver genoeg de bloem in om bij de nectar te komen en maken gaten aan de onderkant van de bloem. Ze komen hierdoor wel bij de nectar, maar de bloem wordt er echter niet door bevrucht.”
NB: dit zóu de veldhommel kunnen zijn (maar ik steek er mijn hand niet voor in het vuur)
De Volkskrant wordt sinds vandaag weer bezorgd
Lizard waarvan de staart is afgebeten
Libelle
Toen de vijver er nog was, zag ik vaak libelles.
Ik nam ze waar, lette er verder niet zo erg op.
Nu ik me toeleg op het fotograferen van hommels en bijen (nog steeds een work in progress) druk ik ook af wanneer ik een libelle zie.
Deze zag ik gisteren en ik baalde behoorlijk want óf het hoofdje was onscherp, óf de staart. Eerlijk gezegd houden beide niet over.
Ik prees me dus gelukkig toen ik vandaag weer een libelle zag en dacht: die mislukte foto kan weg want dit keer is het klik-klak volgens mij beter gelukt.
Dat *is* ook zo alleen blijkt het een heel andere libelle te zijn
Dus google ik op soorten libelles en er zijn er heel erg veel maar de ‘mijne’ zie ik er niet bij.
Tuin
Ik vertelde al eens dat ik noodgedwongen de vijver liet dempen omdat er niet bij te wateren viel met zijn lek. Eind april zag de vijver er nog zó uit: een zanderige zandvlakte.
De tuinman zaaide éénjarigen en meerjarigen en toen werd het afwachten wat zou aanslaan en wat zich spontaan zou aanmelden.
Dat gebeurde geleidelijk maar de laatste week lijkt een groeispurt op gang te komen. Met gewonere planten en mooie planten.
En wat ik al wist maar wat me nu extra opvalt: elke bloem trekt zijn eigen bij of hommel.
Het is een uitdaging die goed te fotograferen.
Ik doe mijn best en wat altijd lukt: Loki.
Knager in Lee Vining, CA
Chilling
Deze chipmunk lag soms helemaal plat met het buikje op de stenen bij mijn cabin in Pioneertown.
Ik vroeg me af wat er aan de hand was. Voelde hij/zij zich onwel?
Google leert me dat alles helemaal in orde is.
Er is óf sprake van relaxen en chillen.
Of van afkoelen (dat zou kunnen, het was best warm en de stenen ondergrond was in de schaduw).
Wat ook nog kon: dat het een vrouwtje was dat zo de tepels die pijn deden van het zogen wat probeerde te verzorgen.
Nieuw leven
Kiekeboe nijntje in North Palm Springs, CA
North Palm Springs, CA
Bij Palm Springs, waar het altijd hard lijkt te waaien, zijn meerdere windmolenparken.
Ik reed er regelmatig langs en het was nooit mijn plan er een huis te huren.
In mei deed ik het toch, omdat ik het huis op de foto’s erg mooi vond.
En die windmolens, ach, daar kom ik wel overheen.
Dacht ik.
Het ging precies omgekeerd. De windmolens vond ik betoverend, zoals afhankelijk van de wind nu eens de groep hier en dan weer de groep dáár de wieken liet wapperen.
Er ging iets rustgevends van uit.
Het huis daarentegen was wel mooi ontworpen maar nogal ongemakkelijk.
Ik plaatste eerder een foto van het uitzicht met 1 van de stoelen. Leuke stoel, hè. Stel je nu eens voor dat je erin moet zitten en hoeveel pijn dat aan billen en bovenbenen zal doen.
En de eettafel in de keuken had stoelen waarop een reus lekker had kunnen zitten maar ik verdween bijna onder het tafelblad. (de bank in de kamer was trouwens wel comfortabel en het bed ook).
Het meest bijzondere aan het huis was de open zolder die je via een ook grotendeels open trap kon bereiken.
Kijk ook even naar de treden die steeds verspringen kwa breedte.
Andere gasten sliepen hier heerlijk, uitkijkend op de verre verten.
Ik durfde hem niet eens helemaal te beklimmen en kreeg angsten over slaapwandelen en dan mijn nek breken.
Dat had de verhuurster eerder gehoord: oudere mensen durfden daar nooit te slapen.
Mij werden roadrunners beloofd, véél roadrunners. Die waren er niet, wel veel konijntjes en die vind ik ook leuk dus misschien plaats ik daarvan dadelijk nog wat foto’s.
Dit was het uitzicht in de vroege ochtend.
Hier (bij de advertentie) méér foto’s en veel aanprijzende tekst.
Ik betaalde gelukkig minder omdat het huis toen niet zo lang op de markt was en ze nog uitprobeerden hoe het zou vallen.
Afgaand op wat ze nu in rekening brengen, is het huis een groot succes.