Onhandig
Voordat ik naar Amerika vertrok beloofde ik iemand die me ergens mee had geholpen dat ze uit mijn twee (enige) overgebleven doosjes dunne Lindt chocolade * mocht kiezen. Melkchocola en Sinaasappelmelkchocola.
Toen kwam het er niet van maar, verzekerde ik haar, zodra ik terug ben!
Dus leg ik gisteren beide doosjes klaar met er bovenop een chocolaadje van de soort die erin zit (uit de doosjes die ik nog héb die samen amper 20 chocolaadjes bevatten) zodat ze kan proeven om te kiezen.
Waarna ze beide doosjes in haar tas stopt.
Wat niet de bedoeling was.
Maar wat moet ik zeggen? ‘Ho ho! dát was niet de bedoeling!’
Ik zie het dus gebeuren en ik laat het gebeuren.
En ik weet dat vrouwen sterker dan ik (dat zijn – in mijn ogen – die nare types die sowieso altijd al roepen dat zij zooooooveel stoerder zijn dan ik) wél iets zouden hebben gezegd. Zodat ze nu nog een doosje met chocola zouden hebben gehad.
Ik baal.
Ook om de chocola.
Maar vooral om mijn eigen onhandigheid en waarom ik écht niet kan bedenken hoe zoiets soepeltjes op te lossen.
* alleen te krijgen in Zwitserland – dat vergat ik in het oorspronkelijke bericht te vermelden
Montrose, CO
Cirkel
Toen Roelof aan het doodgaan was, had ik eerst veel contact met de schoonfamilie.
Toen dook iemand anders op die ooit geneeskunde had gestudeerd en zij werd toen hun contact maar iedereen die op bezoek ging deed nog wel verslag op een soort algemene lijst van steeds meer mensen (rond de 30 meen ik, misschien zelfs meer).
Sommige verslagjes waren vrij zakelijk, vele waren erg emotioneel en vele projecteerden meer dan volgens mij redelijk was en ook werd er meer ‘gedeeld’ dan ikzelf zou hebben gewaardeerd als ik de zieke was geweest.
Op bezoek bij R. vroeg ik het hem een keer, wat hij ervan vond.
Hij haalde zijn schouders op.
Maar hij was toen ook off and on in dat ellendige IC delier en missch als je daarin bent kán het je ook geen bal schelen en als je denkt dat je toch bijna doodgaat al evenmin.
Gisteren kreeg ik een mail van iemand uit de groep.
Niet per se iem van wie ik het had verwacht.
Twee, drie anderen stonden wat dat betreft wat hoger op mijn lijstje.
Maar ze mailde me en was kort maar aardig en zei dat wat haar betreft ‘de cirkel nu rond was’.
Na een jaar.
Ik heb het gegoogled om te kijken of het betekent wat ik denk dat het betekent.
Het betekent dat je ergens klaar mee bent.
En nee, dat voel ik niet bij benadering.
Dus zocht ik naar een antwoord na een té snel op ‘verwijdering’ klikken.
Ik heb geprobeerd eerlijk te zijn.
Ik verwacht niet nóg een reactie – want jezus! wat moet je nou zeggen tegen iemand die zelf zegt dat ze zich kut voelt en eenzaam en dat zij haar leven helemaal niet op de rails heeft?
Ik hoop wel dat overkomt dat ik háár bericht, de uitgestoken hand na dat jaar, erg heb gewaardeerd.
Ook al worden we nooit vriendinnen.
Het beestje met de grote mond
Veel van mijn foto’s zijn toevalstreffers.
En veel zijn domme pech missers. Die laatste zijn vaak diertjes (ook grote: reeën) die te ver weg of te zeer in het donker of te beweeglijk zijn.
Die krekel van laatst was een toevalstreffer.
Hij zat stil, ik had geen ander object om te fotograferen (er waren geen vogels, geen eekhoorns e.d.) dus ik dacht: dan jij maar en pas bij het kijken op de laptop zag ik die enorme kaken.
Daarna wou ik méér en toen kwamen de domme pechers.
Want dit was zo’n kans: gezeten op de stoel naast de mijne.
En ik heb écht geprobeerd z’n smoeltje weer te kieken maar hij wóu niet dus werd het zijn kontje. Ook leuk, maar minder indrukwekkend. en ook niet zo scherp als ik had gehoopt.
Hij/zij gaf me nog één kans. Hangend aan het raam.
Dank je, krekel/sprinkhaan, of wat je ook was!
Onderweg
Jetlag
Vroeger had ik veel last van jetlag.
De afgelopen 5+ jaar vrijwel niet.
Maar dit keer is het weer helemaal mis.
Ik kan ’s nachts niet of niet lang genoeg slapen.
Ik val overdag in bodemloze slaapjes waaruit ik geheel verward wakker word, denkend dat ik nog ergens in een rental ben en dan kan ik me niet oriënteren op wélke dan.
Tot nu toe was dat vervelend maar geen ramp want ik hóefde niet zoveel en kon dus zodra de slaap me te pakken nam gewoon in bed rollen.
Vandaag is dat anders, want ik moet wél wat en dus zou een nacht lekker slapen zeer welkom zijn geweest.
Het ging al mis toen ik om negen uur doodmoe het bed opzocht.
Vurig hopend dat ik ieg zes uur zou halen.
Het werd elf uur. En daarna was ik me elk half uur bewust dat ik wakker was tot ik het om zes uur inderdaad maar opgaf.
Kwa slaap was dit dus een mislukte nacht.
Wat een hoop goed maakte: Loki deed er alles aan om me te troosten.
Hij kroop in mijn armen, hij lag tegen mijn hoofd, ik mocht zijn buikje wrijven, hij legde een pootje zacht op mijn hand.
Spin-spin-spin.
Na het ontbijt is Loki nu een wandeling maken.
Ik denk ‘zal ik het nog een keer proberen? slapen?’
Maar die geplande acht uur krijg ik sowieso niet meer bij elkaar.
Neurenberg
Ut leven
Soms denk ik na over het leven.
Niet te vaak, want ik word er zelden vrolijk(er) van.
Nu dus wel.
En dan mn over hoe om te gaan met andere mensen.
Ik probeer dat op een aardige manier te doen.
Vriendelijk. Positief.
Als ik kritiek heb (voel) slik ik die zoveel mogelijk in omdat ik anderen niet wil kwetsen én (niet onbelangrijk) omdat ik als de dood ben voor confrontaties.
Krijg ik toch ‘confrontatie’ over me heen dan schrik ik me wezenloos en bind in.
Ook als ik vind dat ik gelijk heb.
Ik zou willen dat anderen tegenover mij zo waren als ik ben tegenover anderen.
Een soort ‘wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’.
Of ‘wie goed doet, goed ontmoet’.
Of gewoon: karma.
Of nóg gewoner: simpele beleefdheid.
Helaas is het leven niet zo simpel of missch moet ik zeggen: zijn andere mensen niet zo simpel.
Ik vraag me wel eens af hoe anderen dat doen.
Zijn die ook zo bang voor mot?
Duiken ze net als ik plat op de buik wanneer een agressief tetterend persoon op ze afkomt?
Ik vraag het jullie, loglezertjes, omdat ik niet weet wie het ánders te vragen.
Ik kan toch moeilijk met een enquête-formulier de (dorps)straat op.
Whitewater, CO
Parallelle werelden
De aanloop naar gisteren was treurig en gisteren was treurig maar mijn hart uitstorten (en niet te vergeten: lieve reacties krijgen!) wil dan zeker helpen.
Niet dat ik nu juichend door het leven ga, maar iets van closure is er toch. Niet échte closure maar de closure van ‘dit wordt de eerste dag dat het een jaar geleden is’- als dat nog te volgen is.
Iemand aan wie ik eerder vertelde dat de reis toch niet helemaal zo geweldig was geweest als ik had gehoopt, vroeg daarna nóg eens hoe ik erop terugkeek.
Ik antwoordde dat ik me kon voorstellen dat ik, kijkend naar de foto’s, die reis zou ervaren alsof ik in twee parallelle werelden had geleefd.
Dat lijkt nu ook zo te zijn.
Het meeste van de reis was echt niet fijn.
Maar er waren ook mooie momenten. En die vind ik vaak terug in de foto’s.
Vandaag hoorde ik iemand op radio 1 zeggen dat de mooiste momenten in zijn leven zijn wanneer hij zich 1 voelt met de natuur maar dat dat nooit langer dan een paar minuten duurt.
Ik herken dat heel erg en gelukkig kunnen die momenten bij mij langer duren.
Deze reis missch niet.
Maar een volgend keer hopelijk weer wél.
Deze foto van Roelof plaatste ik gisteren nog op Facebook.
Het was van onze laatste keer samen in München, om Edita Gruberova te zien in Roberto Devereux.
Ik beloofde hem toen dat als ze de rol weer zou zingen, dat ik dan weer kaartjes zou kopen voor hem en mij.
Ik kocht ook kaartjes en het was voor afgelopen seizoen maar ik had geen zin met iemand anders te gaan en gaf ze weg.
Shiprock, NM
Vreemd zijn
Mensen vinden elkaar vaak vreemd.
Ik had de familie gevraagd wanneer R. werd gecremeerd.
Bedoelend: daar wil ik graag bij zijn.
Ik kreeg als reactie een algemeen bericht: “hij wordt in besloten familiekring gecremeerd”.
En: “op dag X op tijdstip Y is er in een café een afscheidsbijeenkomst”.
Dat zag ik me niet doen, ook niet omdat ik me van de crematie van Lodewijk herinnerde hoe zo’n bijeenkomst snel kan verworden in “hé! das lang geleden! leuk jou weer te zien!”
Dus ging ik niet.
Daarover werd de familie weer boos.
Ik heb geprobeerd het uit te leggen. Ik had even de illusie dat dat was gelukt.
Toch niet, bleek later.
People are strange.
Ik ben de eerste om dat toe te geven.
Ik verwijt de familie ook niets!
het is moeilijk omgaan met pijn en verdriet.
Ik bedoel niet dat ik never nooit iemand iets verwijt.
Ik verwijt mensen die mij pesten omdat ze weten dat ik gevoelig en kwetsbaar ben en zich daarover kapot lachen en zeggen “ik ben sterker! mij zou die pijn nooit overkomen!”
Dát vind ik vals.
De familie – die had het eigen verdriet.
Ik vind het jammer dat we de klik kwijt raakten.
Dat zie ik als rottigheid die kan gebeuren terwijl niemand er op uit is.
Domme pech terwijl schouders niet sterk genoeg zijn en harten te gevoelig.
Geheugen
Wie een dagboek bijhoudt, die hééft wat nl een geheugen dat beter is dan het zónder zou zijn.
Althans dat geldt voor mij.
En er zal ook wel wat op zijn af te dingen omdat je natuurlijk nooit álles opschrijft maar alleen wat je op een bepaalde dag in het bijzonder trof.
Weer: althans ik.
Concreet.
Ik wist nog dat Roelof een jaar geleden is overleden.
Ik wist ook dat hij twee maanden deed over het doodgaan met dat afschuwelijke IC delirium en soms valse hoop.
Maar de details van die laatste dag was ik kwijt tot ik ze net herlas.
Er was wekenlang een rooster waarop alle goede vrienden (e.a.) konden intekenen wanneer ze op bezoek wouen komen.
De dag vóór deze dag een jaar geleden had Roelof gezegd dat hij niemand meer wou zien.
Ik vroeg aan de schoonfamilie of dat ook voor mij gold. Ze dachten van niet.
Ik vroeg ze nadrukkelijk om dat aan hem te vragen.
Omdat ik niet opeens naast zijn bed wou staan als het wél ook voor mij gold.
Die dag hoorde ik alsmaar niets en laat op de avond stuurde ik ze toch maar eens een mail.
Het antwoord was dat hij in coma was geraakt en waarschijnlijk die nacht zou overlijden.
En dat zij het niet meer opbrachten er heen te gaan.
De volgende ochtend hoorde ik dat hij even voor middernacht was gestorven.
Ik heb dat heel vervelend gevonden.
Ik heb ook vaak gedacht: als ik het eerder had geweten, zou ik dan naast dat bed zijn gaan zitten, wachtend tot de dood dáár was?
Geen idee. En: waarschijnlijk niet.
Maar het zo teruglezend herinner ik me wel de pijn van die dag, wachtend op ‘mag ik nog komen ja/nee’.
Omdat ik aanvankelijk erg had opgezien tegen het Roelof bezoeken in het ziekenhuis en juist die laatste weken mezelf zeer frequent had ingeroosterd.
Daarna ging er nog van alles mis in alle contacten.
Maar dat is weer een ander onderwerp.
Sandy, UT
Loki
Mancos, CO
Loki en ik
Loki en ik hebben het geweldig samen.
Hij was blij toen ik thuis kwam.
Hij lag bij me op bed toen ik wou slapen.
Hoofdje op mijn hand.
Soms (zoals nu) is hij even weg.
Meestal ligt hij op mijn bureau op zijn handdoek.
Of op bed.
Ik heb de indruk dat hij erg blij is dat ik er weer ben maar ook erg relaxed omdat zijn oppas goed voor hem heeft gezorgd.
Loki is denk ik ‘gewoon gelukkig’ wat precies is zoals ik mijn kat wil aantreffen.
Badlands Overlook Angel Peak, NM
Lief verhaaltje
In Pioneertown is mijn favoriete rental.
Privacy, uitzicht, diertjes, hosts die begrijpen wat ik wil (alleen zijn maar ‘geef een seintje’ en dan gaan we wat samen doen – zoals vorig jaar een wandeling met geiten).
De vrouw van het echtpaar heeft drie landschildpadden (desert tortoises) warvan ze helemaal idolaat is.
Daarvan is er nu 1, Joe-Joe, weggelopen.
Hij is al volwassen, hij is in captivity geboren.
Sachi heeft zich gek gezocht, heeft beloningen uitgeloofd.
Niets.
Nu het mooie aan het verhaaltje.
Vorige week regende het hard in Pioneertown.
En hoewel de andere twee die er nog zijn altijd drinkwater hebben staan en nooit wild zijn geweest groeven ze kuiltjes om het water op te vangen en dronken dát water.
Instinct.
Goede kans dus dat Joe-Joe het ook overleeft daar in de woestijn.
En emoties als ‘het missen van een mens’ heeft hij waarschijnlijk niet..
Het missen van zijn mede-broers al helemaal niet. Toen ze gingen puberen stonden ze elkaar naar het leven en probeerden ze elkaar op hun rug te draaien = zekere dood. Toen heeft Sachi de ren ook anders ingericht.
Woestijnschildpadden zijn een bedreigde diersoort.
Ze kunnen 50-80 jaar worden.