Kitty Courbois
Kitty Courbois is dood en natuurlijk heb ik ook algemene herinneringen aan haar (als actrice) maar ik heb ook ándere.
Toen ik ongeveer 20 was werd ik verliefd op Pieter Herman.
Ik woonde toen met Jos en Pieter Herman woonde met zijn vrouw en we wilden samenwonen en we onderhuurden een flat in Buitenveldert die door Kitty Courbois als hoofdhuurster werd gehuurd.
In die flat, die verder amper was ingericht, stonden:
– de stoel uit de Gijsbrecht
– de spiegel uit de Gijsbrecht
Na een tijdje (half jaar?) gingen we weg uit die flat en ook weg van elkaar hoewel er af en toe nog iets opvlamde als we elkaar ergens op een congres of zo tegenkwamen.
Hij nam de stoel mee, ik de spiegel.
Ik weet niet hoe het met de stoel is afgelopen.
De spiegel belandde uiteindelijk bij R. en zal daar nog wel staan en waarschijnlijk worden weggegooid omdat de notaris niet weet hoe bijzonder de spiegel is.
Misschien is hij al weggegooid.
Met Kitty Courbois hadden Pieter Herman en ik na het ‘we gaan onderhuren en hier is het geld’ nooit meer contact.
Ik heb ook geen idee waarom ze stoel en spiegel had achtergelaten.
Regelen
Heel vroeger hadden L. en ik jonge mensen uit het dorp die op ons huis pasten als we op vakantie waren.
Of via-via-kennissen uit Amsterdam.
De ervaringen waren so-so.
Van de jonge mensen ontdekten we later dat ze helemaal niet hier waren geweest maar alleen de dieren hadden gevoerd want na ónze deal hadden ze elders in het dorp een mooier oppashuis gevonden.
De via-via-kennissen waren hebberige types die de provisiekast leeg vraten, de nieuwe boeken uit de boekenmolen ruw opengevouwen lazen én mijn computer nieuw indeelden en toen ik daarover opbelde ijzig zeiden “ik weet niet wat je bedoelt”.
Daarna kwam R. oppassen.
Maar nu is er geen R. meer en nu komt N. die ik nog niet ken maar ze is de dochter van een vrouw die ik uit de Knaagdierenopvang ken en ze schijnt gek te zijn op dieren en past vaker op bij mensen.
Ik wil het heel graag óver laten.
Niet over alles piekeren en zeuren.
Maar een paar dingen wil ik geregeld hebben en nu weet ik niet wat normaal is.
Daarom: meedenken mág (jazeker! soms mag dat!).
Ik wil regelen: geen feestjes. Niet roken.
Niet aan mijn PC zitten. Missch moet ik die voor de zekerheid blokkeren met een wachtwoord? Hoe?
Mijn nieuwe boeken lezen lijkt geen probleem te zijn want ze leest niet, weet ik van haar moeder.
Maar wat regelt een mens vérder in deze omstandigheden?
De telefoon? Iets anders? Wát?
En: mag ik vragen om regelmatig even een berichtje hoe het met Loki gaat?
Of zal ze dat ervaren als op haar huid zitten?
München
Loki (boos omdat ik niet direct het raam voor hem open doe)
Smak!
Gisteren loop ik met mijn dienblad met zachtgekookt eitje, glas sinaasappelsap en potje thee de trap op naar mijn werkkamer.
Bijna boven maak ik een smak, val naar voren, kan nog nét het dienblad boven op het overloopje zetten maar de (glazen) theepot valt eraf en eerst krijg ik (bijna-)kokend water over mijn linkerhand en dan over mijn rechtervoet.
Waarna de theepot ergens in heel kleine glazen stukjes valt en de thee ook nog over de televisie stroomt.
Mijn eerste reactie hád moeten zijn (begrijp ik later): de verbrande ledematen onder de kraan houden.
Maar ik denk niet na of ik denk wel maar niet verstandig dus ga ik direct aan het opruimen, schuif de tv wég van onder de nog thee druppende trap en vrees het ergste.
Wanneer ik vele uren later heel voorzichtig de tv aanzet, doet die het nog (daarna niet meer geprobeerd).
Scherven zoveel mogelijk opgeraapt, ook nog de stofzuiger gehanteerd en toen: de kraan.
Ijskoud water.
Dat was dus fout (het had lauw moeten zijn).
Maar goed, hand en voet zijn nog knalrood maar de pijn is al minder zodat ik nu praktisch denk: ik moet een nieuw (klein) glazen theepotje kopen.
Denkend dat zo’n ding rond een tientje zal kosten.
Maar het kost veel meer.
Tenzij via marktplaats waar ze mn in Brabant veel voor een paar Euro worden aangeboden.
Maar als ik het daar ga ophalen ben ik even duur uit.
Jenufa
Gisteren was ik even op en neer naar München.
Gisteren op en vandaag neer.
Het was om de opera Jenufa te zien met Pavol Breslik.
Dat is een opera waarvan ik ooit tegen R. zei: hierna nooit meer.
Omdat hij zo hartverscheurend triest is.
Maar Pavol Breslik zong erin en dus ging ik erheen.
De voorstelling was schitterend.
Triest idd, maar fantastisch mooi.
Erna gingen we wat eten bij een Italiaan waar Pavol een lange tafel had gereserveerd.
‘We’ als in zangers, de intendant van de Bayerische Staatsoper en een paar fans.
Incl ik.
Wat ik nooit goed snap, waarom ik mee mag.
Omdat ik door zoveel mensen niet ‘leuk’ word gevonden dat ik het zelf ben gaan geloven.
Toen het middernacht was, was Pavol jarig (daarom had hij dit ook georganiseerd).
We zongen Happy Birthday en dat nam hij op video op en zette op zijn eigen Facebook pagina en ik sta er ook op dus wou ik het downloaden maar het is een privé video en dat schijnt te kunnen (lees ik via google) maar ik krijg het niet voor mekaar.
Zodat ik het met de herinneringen zal moeten doen.
Haarlem
Masterclass
Gisteren was ik in Haarlem voor een Masterclass gegeven voor Nelly Miricioiu.
Op zondag is het vrij parkeren in Haarlem maar ik wou geen eindeloos rondjes rijden en dan achteruit moeten inparkeren (wat ik niet kan) dus koos ik een parkeergarage.
Langzaam zocht ik naar een vrije plek met aan mijn bumper gekleefd 3-4 auto’s die het makkelijk hadden want omdat ik vooraan reed zou ik eerst plekken spotten dus als ik niks zag, hoefden zij niet naar een plek uit te kijken.
Nerveus door het gekleef schoot ik een plek in waarvan ik al direct zag dat hij te smal was maar het was hopen tegen beter in totdat ik mijn rechterkant scherp langs een paal voelde schaven.
Ik wou er weer uit maar de klevers lieten me niet naar achteren en er waren alweer nieuwe klevers dus in gotsnaam dan maar: parkeren.
(de schaafplekken die ik vandaag beter bekeek zijn *not pretty*)
Maar goed, de Masterclass was interessant en onderhoudend en er was ook een hoop vrolijkheid.
Hier een foto van zo’n vrolijk moment.
Kraak
Vanochtend vroeg, het is net licht, springt Loki op bed.
Hij doet speels.
Om mij te dwingen op te staan en hem te voeren?
Of hééft hij wat.
Loki hééft wat.
Hij mept het van links naar rechts en terug en van het bed af en dan brengt hij het weer terug op bed en speelt naast mijn hoofd verder.
Ik krijg een muis kado, vermoed ik.
Dan gaan de kaakjes kraken en blijkbaar smaakt de muis.
Tot op zekere hoogte.
Want dit vind ik daarna terug.
De das en de truien
Begin december gaf ik Loki een das.
Het was een das die ik zelf had gebreid maar bij een wasmachinebeurt bleek dat ik de bollen slecht aan elkaar had geknoopt: er vielen gaten in de das.
Steeds grotere gaten, bij elke wasbeurt.
En *vies* dat die das wordt! na twee dagen kan hij weer in de was (wat niet gebeurt, maar het zou eigenlijk wel moeten).
Dus dacht ik vandaag, toen ik weer een kast aan het opruimen was: ik heb misschien nog wel wat truien die Loki leuk vindt.
Als ik geluk heb kiest hij er daar 1 uit als nieuwe ‘das’ zodat ik de echte das geleidelijk kan afvoeren.
Ik bied hem een katoenen blauwe trui, een wollen donkergroene trui, een wollen lichtergroene trui en een fluweelzachte felblauwe trui.
Die laatste vindt Loki niks.
Die probeert hij niet eens.
De andere wil hij alle drie wel houden.
Maar zijn das óók 🙁
Snoeien
‘Normaal’ houd ik mijn tuin zelf zo’n beetje bij tenzij er bomen omwaaien – dan bel ik de tuinman.
Deze winter kwam het er niet van en vorige week dacht ik: ik vraag wat hij voor me kan betekenen in vier uur en stuurde foto’s van hoe het er nu uitziet.
In vier uur, zei de tuinman, kon hij datgene opruimen dat mij het meest stoorde: de verdorde en geknakte gulden roede, de hop.
En de braam die me zo irriteerde kon hij voor me uitgraven en afvoeren.
Zo zag het er vorige week uit.
En zo nu.
Wat prettig is, zegt de tuinman, is dat ik nu kan zien wat er opkomt.
Lijkt me idd fijn zodat ik zodra hij weg is een rondje tuin doe.
En meteen zie dat wat vooral enthousiast opkomt de brandnetel is.
Ik ruk eraan en soms kom er een stuk wortel mee, maar meestal niet.
En ja, ik kán de tuinman vragen terug te komen om de brandnetels te bestrijden (voor zover mogelijk).
Maar ik vroeg niet voor niets om ‘vier uur’ en niet ‘zoveel als nodig’.
Geld kan ik maar 1 x uitgeven en dan scoren op mijn lijstje van ‘belangrijk’ Amerika en de mini trips toch hoger dan ‘brandnetels te lijf’.
Rimpelarmpjes
De laatste weken ben ik mijn klerenkast aan het opruimen.
Eerst vooral omdat ik mijn huisoppas een paar lege planken wil gunnen om haar spullen op te bergen.
Dan zie ik op Facebook bij ‘Herinneringen’ een foto van mezelf van een paar jaar geleden en ik denk: dat truitje?! ik kan het me niet voor de geest halen. Zou ik dat nog hebben?
Ik ploeg me door de eerste plank.
En nu ik toch bezig ben: een paar maanden geleden zag ik dat de truitjes die tot net boven de elleboog reiken, eigenlijk te kort zijn: rimpels! eerst een beetje maar nu toch echt te veel.
Dus alle truitjes en t-shirts met (te) korte mouwtjes: weg ermee.
Dit haalt al behoorlijk de bezem door de kast.
De kekke pakjes waarin ik zo’n 30 jaar geleden aan fitness deed kunnen trouwens ook wel weg.
Net als de strakke broeken waarvan de elastiek is gesneuveld.
Dit gaat lekker zo!
(En dat truitje heb ik ook nog gevonden alleen is het niet zo mooi als op de foto)
Love of my life
Knippen aan klitten
Dinsdag waren Loki en ik naar de dierenarts.
Het was voor zijn jaarlijkse check-up en z’n spuitjes.
Maar ook wou ik graag dat er iets werd gedaan aan zijn klitten.
Een stuk of drie op zijn kontje.
En een wirwar op zijn borst tussen de voorpootjes.
De dierenarts die Loki verder gezond verklaarde en me prees omdat hij sinds vorig jaar geen gram is aangekomen (hij weegt nog steeds 6,1 kilo), begreep wat ik bedoelde toen ik zei dat hij zich niet *liet* kammen of borstelen.
Die katten had je, wist ze.
Zelf had ze ook een langharige kat maar die had er geen bezwaar tegen als ze wat aan zijn vacht zat te plukken.
Maar ja, dat lukt niet bij elk poezebeest.
Ik vroeg of Loki NU kon worden bijgewerkt (de vorige keer moest ik hem apart daarvoor inleveren en nuchter en moest hij onder narcose).
Jazeker kon dat! er waren vier assistentes in the house en eentje kon de klus wel even klaren.
Wou ik wachten of hem later ophalen?
Wachten.
Loki werd in de armen geduwd van een assistente met de tekst dat het ‘een lieve kat’ was dus: makkie.
Een klein half uur later kreeg ik Loki terug in zijn mandje.
Hij was gekamd en het plekje tussen zijn voorpoten was geschoren en ze hadden hem met twee vrouwen moeten vasthouden terwijl de derde hem te lijf ging.
So much for ‘lieve kat’.
In de auto terug zag ik Loki roerloos liggen en even dacht ik dat het hem allemaal teveel was geworden en dat zijn hart stil was gezet. Maar hij was alleen maar (..) doodmoe en in diepe slaap.
Nu merk ik dat 1 plek op zijn kontje er nog steeds zit en 1 plek onder zijn oksels óók.
Ik overweeg een professionele kattentrimster.
Hopend dat die de klus wél perfect zal klaren.
Maar dat moet dan maar na mijn Amerika-reis.
Nu even niet.
Kussentjes
Loki lag eerst altijd op zijn toren maar sinds ik hem een door mijzelf gebreide sjaal gaf (die de wasmachine slecht had overleefd – zodoende), ligt hij alleen nog maar dáárop.
Op tafel.
Sammie lag graag op een zacht kussen en op een neushoorn en liefst op een combinatie ervan.
Omdat de sjaal snel vies wordt en bij elke wasbeurt meer ontregeld raakt, probeer ik Loki te verleiden tot slapen op kussen of neushoorn.
Eerst het kussen.
Nadat het een paar dagen genegeerd was, ging Loki erop liggen.
Op 31 januari.
Voor één keer.
Toen de neushoorn.
Idem.
Op 3 februari.
Ook: één keer.
Vooruit dan maar, dacht ik toen.
Gisteren tref ik dit aan.
Loki op mijn stoel.
Ik kán nu een quiz doen: wat deed ik toen ik dit zag?
a) ik heb ik Loki vriendelijk maar daadkrachtig verwijderd
b) ik ben zelf op de bank gaan zitten (waar ik anders nooit zit)
Maar alleen wie dit log nooit leest zou ‘a’ kiezen.
Duisburg
In de tuin (geen idee wat het is)
Chaos
Een paar maanden geleden begon ik met het wegdoen van mijn winkel-boeken.
Zo’n twintig bananendozen zijn al afgevoerd richting Kringloop.
Nog eens zes staan klaar voor afhalen maar omdat ik nog twee lege bananendozen heb, voel ik me op de een of andere manier verplicht die óók te vullen.
Daarmee maak ik ruimte in mijn ‘werk’kamer waarvan ik nu nog onvoldoende profiteer maar ik zie mogelijkheden voor nuttig opvullen.
Wat ik óók doe: ik ruim de keukenkast op.
Dat is zeer nuttig want voortaan gaat hier een voor mij vreemd iemand oppassen tijdens mijn reizen en die moet dingen op een voor haar logische plek kunnen vinden.
Ik ben bijna klaar.
Alleen nog: een volgepropte la met geen idee wat erin zit.
Daar zie ik tegenop.
En een map en een hoop losse papieren waartussen gebruiksaanwijzingen zullen zitten waaraan ik nog iets heb en andere die weg kunnen omdat de voorwerpen die erbij horen intussen het huis hebben verlaten.
Daar zie ik ook tegenop.
Verder verzamel ik materiaal voor Amerika.
Ik zoek uit wat ik kan doen rond al die mooie rentals die ik al een half jaar geleden heb geboekt.
Goeie kans dat ik eenmaal dáár vooral zin heb om rustig te zitten en te kijken naar de woestijn.
Maar ik heb ook wel eens ergens gezeten waar het weer klote was en het uitzicht vanuit de regen ook niet meeviel en toen had ik – stom! – niet vantevoren uitgezocht wat er dan aan leuks te beleven was.
En neem nu maar van mij aan dat het wat meer moeite kost dan ‘even googlen’.
Was ik maar een multi-tasker.
Geesten
Ik geloof niet in geesten.
Denk ik.
Laat ik het zo zeggen: meestal denk ik dat ik niet in geesten geloof.
Maar een paar jaar geleden las ik dat als je bepaalde wazige vlekken op je foto’s zag, dat je eigenlijk geesten had lopen fotograferen.
Dat gebeurde op een begraafplaats.
En die nacht liet ik alle lichten in het (vakantiehuur)huis aan.
Om de een of andere reden kocht ik een tijd terug via amazon ‘Ghosthunting Southern California’.
Leek me toen wel grappig.
Omdat ik veel in Zuid-Californië reis.
Nu zit ik erin te bladeren en lees over de kapel van Warner Springs.
Ik bezocht die in mei vorig jaar en vond ‘m aardig maar niet geweldig.
Heel soms krijg ik op zo’n plek het gevoel dat God een hand naar me uitstrekt, hier voelde ik niets.
Dat lag dan duidelijk aan mij want de schrijfster van het boek heeft intensief van gedachten gewisseld met een geest in die kapel.
Te beginnen met “Can you see me?” Yes via “Do you mind me being here?” Yes En “Are you always here?” Yes “Were you a priest?” Yes naar “Do you want me to leave?”
En laat het ‘Go’ in een vrouwenstem nou zijn opgenomen op een apparaat dat door mediums wordt gebruikt voor het opnemen van stemmen van geesten.
Op YouTube zouden ook nog filmpjes van geesten in deze kapel staan.
Ik ga niet kijken.
En ik ga ook niet meer terug.