Eitjes
Al een maand leggen de kippen geen eieren meer.
Niet vreemd, de dagen zijn kort en de regel is dat bij minder dan 14 uren daglicht kippen het voor gezien houden.
Daarom zijn schuren van legkippen ook altijd helverlicht (ze worden gefopt).
Vandaag loop ik door het rechterdeel van de tuin dat een half jaar volledig overwoekerd is geweest maar nu ietsje beter begaanbaar.
Ik zie iets waarvan ik even denk dat het een groot soort paddestoel is.
Maar nee.
De dames zijn betrapt.
En nu hopen dat wanneer een sneaky tiepje morgen wéér daar een ei wil gaan leggen ze WTF denkt en toch maar gaat zitten in het leghok.
Vragenlijst
In het ziekenhuis is me gevraagd aan een hoop onderzoeken mee te werken.
Iets met warm houden tijdens de operatie, foto’s maken van de (gehechte) wond en nog zo wat.
Elke vrouw die me vroeg of ik meedeed kreeg ‘ja’ als antwoord al was het maar omdat haar aanwezigheid me even afleiding bood.
Vandaag krijg ik post van het AMC.
Een grote envelop.
Met daarin een lange vragenlijst van de afdeling anesthesiologie.
Ze willen heel gedetailleerd (telkens op een schaal van 1-10) weten of ik in staat ben dingen te doen.
Van mezelf aankleden tot de trap oplopen tot tafels verzetten (waarom zou ik dat opeens willen doen?) en autorijden.
NB dit is nog maar een kleine selectie.
BELANGRIJK: ik moet de vragenlijst invullen ZEVEN dagen na de operatie.
Dat wordt lastig want ik ben op 15/12 geopereerd dus het is nu 15 dagen na de operatie.
Word ik nu geacht terug te denken naar hoe ik me ruim een week geleden – mogelijk – voelde?
Of moet ik de lijst invullen mbt NU?
‘Wetenschappelijk onderzoek’ noemen ze dat.
En niet eens in staat zo’n lijst tijdig te bezorgen.
Ja, ik weet dat er kerstdagen tussen zaten.
Maar had me de lijst dan meegegeven toen ik op 19/12 het ziekenhuispand verliet.
Ik leef nog
Mijn ‘ik leef nog’ uit zich erin dat ik ga shoppen.
Wat er denk ik mee te maken heeft dat ik al een paar maanden *niet* meer shopte omdat ik dacht dat ik dood ging.
Zo kocht ik geen agenda voor het volgend jaar.
En ook geen kalender.
De agenda heb ik intussen.
Net als een stapel boeken van amazon.co.uk.
En batterijen.
En wenkbrauwpotlood en eyeliner.
Die eyeliner probeerde ik gisteren en dat zag er troeperig uit en nu heb ik het eraf gehaald maar er zijn nog wat kleine spikkeltjes achtergebleven alsof ik mezelf vrolijk wou versieren met glitter.
Besteld (en wordt vandaag geleverd): ragertjes.
Mijn mondhygiëniste had een nieuw soort en dat is slecht (verliest na 2-3x z’n haartjes) en eerst dacht ik ‘lamaar’ maar gisteren bestelde ik ruim 40 nieuwe.
Net zit ik te kijken naar een nieuwe camera.
Niet dat ik die echt nodig heb.
Maar het heeft iets feestelijkers dan wat ik al kocht.
En eigenlijk staat het vooral voor ‘I’m alive’.
Denk ik.
(ga ook geen camera bestellen)
“Ich bin Gesund!”
Ik heb erover nagedacht waarom ik het niet zo simpel voel: hoera! geen kanker! jippie (en nog zo wat).
Mijn eerste reactie direct na de operatie wás opgetogen.
Toen kwamen er nog vier-vijf dagen die voelden als zovele weken in dat ellendige ziekenhuis en ging de lol er al snel af.
Waarom ik niet kon vasthouden aan ‘hoera! geen kanker!’? ik weet het niet.
Misschien was ik daar te snel aan gewend? misschien werd de vreugde te snel gesmoord in het ellendige verblijf in het ziekenhuis?
Een echte verklaring heb ik niet.
Gewenning misschien toch?
Maar ook: niet kunnen behappen/verwerken dat me een maand is verteld dat ik waarschijnlijk en daarna hoogstwaarschijnlijk(!) kanker had en toen niet meer.
Zetten anderen dan het knopje wél opgewekt om naar “hoera! ik ben gezond!”?
Zo ja: ik benijd ze.
Iets in mij lukt het niet.
Dromen
Ik slaap vannacht relatief goed maar droom naar.
Nare droom na nare droom en ik denk: onthouden.
Waarna ik ze telkens wanneer ik even wakker word even repeteer – om ze niet te vergeten.
Nu is maar 1 blijven hangen, de eerste.
Ik was met R. in een winkel waar ze eten en drank verkochten.
Een góede winkel die in mijn droom ook echt had bestaan maar nu weet ik dat niet meer zo zeker.
R. had een echtpaar uitgenodigd dat we samen ook wel eens uitnodigden.
Ik mocht er ook bij zijn.
Hij zocht hapjes en wijn uit en kaas voor tóe.
Ik zag er tegenop.
Ik dacht: ze gaan me vast vragen wat ik nu doe.
En ik doe helemaal niks meer!
Terwijl ze me kennen uit de tijd dat ik les gaf, boeken en artikelen schreef en succesvol was.
En nu: niks.
Een failure.
Ik kan wel duiden wat die droom betekent.
Beter?!
Gaat het… beter?!
Intussen ervaar ik goedbedoelde vragen als stompen in mijn nog zo gevoelige huid.
Ik weet niet meer wat te zeggen.
‘Nee’ lijkt geen optie te zijn want hé! hallo! dat operatie-tje-van-niks is intussen al twee weken geleden!
Niet meer zeuren, hoor!
Daarom:
ja! het gaat véél beter!
Pijn? wég!
Vermoeidheid? mwah.
Iedereen is wel eens moe – toch?
Vandaag ook gestopt met de Paracetamol.
(Waarom nog slikken – de pijn is immers óver?)
En volgende week ga ik gewoon weer zelf boodschappen doen.
Want: beter! beter! beter!
(morgen nog niet – heb gotzijdank genoeg eten in huis t/m het weekend)
Dat het *normaal* is om zes weken te doen aan het herstel – gelul!
Normaal, dat is voor zwakke vrouwen.
Voor losers.
Dat erg veel vrouwen er 2-3 maanden over doen?
Nou ja zeg! watjes!
IK BEN BETER!
(eat your heart out stom lijf dat daar nog niet aan wil! ik zal je leren wie hier de baas is!)
Praag
Hoe het gaat
“Hoe gaat het? beter?” vragen aardige mensen die me het beste wensen.
Zodat ik me een ongelooflijke zeur begin te voelen als ik zeg dat het niet écht beter gaat, me bewust dat ik er niet asgrauw bij sta en vlot door het huis loop.
Ook de trap is een makkie.
Alleen tillen niet maar dat mág ook niet (max 1-2 kilo is toegestaan) en de buikpijn blijft hetzelfde maar dat is normaal want de wond zit niet zozeer aan de buitenkant waar de snee van navel tot schaambeen keurig is gehecht maar binnenin waar vier organen zijn verwijderd.
Ik probeer nog “ik ben wel heel moe” maar terwijl ik dat zeg realiseer ik me dat ik het *kwiek* zeg, niet lijzig met halfdichte oogjes neergeslagen richting grond.
Ik hoor mezelf toevoegen dat ik van het ene op het andere moment kapót kan zijn en dan alleen nog maar wil slapen.
(wat er – vind ik ook zelf – weinig overtuigend uitkomt)
Zodat ik even later denk: waarom laat ik eigenlijk nog steeds anderen boodschappen voor me doen?
Kan ik echt niet dat kippe-eindje rijden naar de Plusmarkt?
En als ik niet meer dan 1-2 kilo mag tillen dan kan ik alles toch verdelen over veel tassen en ik kan elke dag 2x gaan als dat nodig is.
Aardige mee-levers wijzen erop dat ik ook een psychisch dreuntje te verwerken heb.
Een maand lang in angst dat ik kanker had.
Toen het knopje om dat het tóch geen kanker was.
Het verklaart in elk geval de bijzondere dromen die ik heb (áls ik ’s nachts al slaap want dat valt ondanks slaapmutsjes en melatonine (soms) en temazepam (een héél enkele keer! heb ook maar een paar tabletten) nog niet mee.
Misschien moet ik gewoon oefenen op een somber smoeltje zetten en een vermoeide blik en een trillend stemmetje en traag door het huis schuifelen.
En dat dan ook vertalen in m’n mails.
Regelen
Van alles dat ik nog moet regelen voor het eind van het jaar heb ik twee dingen onthouden.
1) fysio moet in mijn zorgpakket
2) ziekenzorg op (wereld)reis moet er ook in
Gisteren zoek ik eerst via Independer en dan via mijn eigen verzekering (Zilveren Kruis) naar beide.
Mn die ziekenzorg is nogal ‘een dingetje’ en van dingetjes heb ik intussen schoon genoeg.
Fysio kán wel maar op de site leggen ze niet uit hoe pakketten werken alleen dat er modules zijn en sterren.
Gisteravond denk ik: ik heb toch ook al een reis/ziekteverzekering via mijn American Express card?
Opgezocht en die valt vies tegen.
Om te beginnen moet de reis zijn betaald met die kredietkaart.
De hele reis? Of alleen het vliegen? En wat als ik de autohuur betaal met mijn Visa?
Dan nog trouwens… kosten van ziekenhuis (om maar iets te noemen) alleen zoals ze hier zouden zijn – extra is voor eigen rekening en dat is in Amerika véél.
Vannacht tijdens een slapeloos moment een heldere ingeving:
een aparte reisverzekering! Gewoon via de ANWB.
Vanochtend geregeld.
Toen Zilveren Kruis gebeld en me door een aardig meisje laten uitleggen dat ik kon kiezen voor 9 of 12 behandelingen fysio en 12 was 2x zo duur.
Waarom? omdat er dan ook alternatieve geneeswijzen bij waren (die ik niet hoef).
Is dus ook weer geregeld.
Nu hopen dat áls er nog ’te regelen’-kwesties zijn me die tijdig te binnen schieten.
Via Facebook
Dingetje – 3
Op de dag dat ik naar huis mocht en dus – kwa ziekenhuiszorg – ‘beter’ was verklaard, werd ik ‘behandeld’ door een jong meisje dat ‘in opleiding’ was.
Verpleegkundige in opleiding. Aan mij was toch niks meer te verpesten.
Een wat ouder meisje had, vertelde die me, ‘de supervisie’.
Meisje mocht mijn laatste infuus verwijderen.
Pleister eraf deed pijn.
Niks aan te doen: zaten haartjes aan gekleefd.
Mij hoorde je ook niet klagen: er was me wel erger overkomen.
Een paar uur later, ik lag te wachten op *eindelijk wég*, kwam het meisje bij me zitten.
Om te praten met ‘een patiënt’?
Omdat er elders geen werk voor haar was?
Omdat ze haar snor had gedrukt?
Ik vroeg haar of ze iha ‘in opleiding’ was of op deze afdeling.
Het was iha. Ze zat op de Hogeschool Noordholland en was net begonnen als verpleegkundige maar ze vond er niets aan.
Want: het was “allemaal hetzelfde”.
Oh?
Wat ze dan wel wou?
Met stralende ogen en een blik in de verte: ze wou de wereld zien! Ze wou reizen!
Maar daar had ze geen geld voor.
Dús nu verpleegkunde en dan tzt ‘Artsen Zonder Grenzen’.
Ik vroeg nog of ze het hier wisten, dat ze het werk eigenlijk maar niks vond.
Ja hoor, dat had ze gezegd.
“Wel eerlijk” zei ik.
En dacht: ik hoop dat ze bij AZG wat beter naar de motivatie kijken.
Dingetje – 2
In het ziekenhuis krijg je eten.
Je moet zelfs góed eten omdat dat van belang is voor je herstel.
Over de kwaliteit van het eten (belabberd) ga ik het nu niet hebben.
Ik wil het hebben over het eten-bezorgend personeel.
Drie ochtenden: klop op de deur, ‘wat wilt u eten’ en op goed geluk kies ik een eitje (warm maar hard) en eerst bruin brood en kaas (niet te eten) en later krentebol (ging wel) en toen lamaar.
Voor het eerste diner werd me een boekje in de hand gedrukt met veel tekst, algemene tekst maar ergens erin ook maaltijden.
Ik blader het door, seconden later duikt de vrouw weer op, ik zeg dat ik meer tijd nodig heb, ik krijg nog een minuut (hooguit) en dan zegt ze niet ‘zal ik even helpen met uitleggen’ maar ze zegt: “ik kom niet nog een keer terug! nu kiezen of u krijgt niets!”
Volgende dag, andere vrouw.
Ik weet nu waar de maaltijden staan, kies een maaltijd én een toetje (iets met yoghurt).
Vrouw noteert en springt (letterlijk!) een minuut later mijn kamer weer in.
Dat toetje, dat is om half 7!
O, zeg ik, denkend dat ze bedoelt: de maaltijd komt om zes uur dus dan moet ik op het toetje een half uur wachten.
Niet erg, zeg ik dus.
Ze herhaalt het.
Me aankijkend met een strak smoel en grote ogen.
Ik zeg nog een keer dat het niet erg is omdat ik werkelijk niet begrijp wat het probleem is.
Het ‘probleem’ wordt me ook niet uitgelegd maar de grote ogen rollen alsof ze wil zeggen: zelf weten.
In elk geval krijg ik die avond niet het bijzondere toetje en krijg ik evenmin de standaard yoghurt bij de oneetbare avondmaaltijd.
Dát zal me leren idiote wensen te formuleren.
Op de laatste ochtend: een vrouw die ik nooit eerder zag.
Een vrouw die aardig is!
Ik vertel haar direct dat ik die dag naar huis mag.
Die ochtend, was me beloofd (het werd tweede helft middag).
Meermalen komt ze langs of ik écht niet iets wil eten nu het vertrek langer duurt dan verwacht.
Ze noemt wat gerechten die me mogelijk zullen aanspreken.
Maar ik wil alleen maar wég!
Wel zeg ik tegen haar: “Wat bent u aardig!”
Ze lacht, ze vindt het normaal.
*Zij* wel.
Nu haar collega’s nog.
NB: opmerkelijk is ook dat terwijl ik steeds minder eten bestel, vaak alleen maar yoghurt of kwark, *niemand* daar ooit iets van zegt!
In de aanloop werd me op het hart gebonden dat ik veel eiwitten moest eten.
In de folder staat ook: goed eten.
Maar wanneer je amper of na een tijdje vrijwel niet eet, kraait daar geen waakzame ziekenhuishaan naar.
Dingetjes
Ik ga nog wat dingetjes vertellen over het ziekenhuis.
Ik weet zelf niet precies waarom.
Het is allemaal niet zo belangrijk dat iemand het écht moet weten.
Kennelijk zit het me hoog.
1) de ruggeprik.
Toen ik op 24/11 ongeveer alle afdelingen van het AMC afging incl mammografie terwijl ik GVD helemaal geen knobbel had maar de ‘in opleiding’ gynaecoloog iets dacht te voelen wat de echte gynaecoloog niet voelde maar ach, ik was er nu tóch dus borsten pletten maar!
Die dag ging ik ook langs bij anesthesie en werd ik geïnformeerd over de ruggeprik.
Een waar wonder was dat. Kwa benevelen en verdoven en pijn bestrijden en dat dan een dag of drie in mijn rug en in theorie (!) kon er iets mis gaan maar tuurlijk moest ik vooral aan mijn huisarts vragen of het een goed idee was.
Geweldig idee! zei de huisarts.
Doen! mn ivm de pijnbestrijding. Echt helemaal toppie!
Dus daar ging ik vorige week donderdag naar de anesthesie-afdeling en ik kreeg links en rechts op mijn pols een infuus aangelegd voor je-weet-maar-nooit en tzt kan dan het infuus weer weg van de ene hand die mijn schrijfhand was.
Toen naar de rugprikkamer waar ik braaf rechtop zat en mijn rug kromde en een meisje-in-opleiding eerst wou prikken waar een man die er meer verstand van had zei ‘ik zou het dáár doen’ en toen probeerde ze de huid te verdoven (au!) en prikte en het lukte niet en nog eens en voor mij stond een andere oudere man die zei dat ik me moest ontspannen en dat ik het goed deed en achter me hoorde ik dat het kind het steeds niet voor mekaar kreeg en ik voelde prik na pijnlijke prik en tenslotte gaven ze het op.
En kreeg ik die ándere verdoving.
Wat – hoorde ik pas toen ik werd heengezonden – de opererende artsen niet eens was verteld tot NA de operatie!
Omdát ik die andere verdoving had gehad mocht ik niet na het bijkomen naar de afdeling maar moest ik een hele nacht op de Verkoever blijven en snelde steeds iemand naar mijn bed wanneer er weer iets begon te piepen.
Dit was Dingetje-1.
Loki
Casta Diva
Ter verklaring van het dweilen
“Na een grote ingreep is vermoeidheid een
normaal verschijnsel. Sommige mensen
houden langdurig last van vermoeidheid.
Het is een duidelijk signaal van het lichaam
dat u een grote behoefte hebt om door
middel van rust en slaap te herstellen. Zorg
daarom voor voldoende rustmomenten.
Daarnaast is het belangrijk dat u zorgt voor
een goede lichamelijke conditie door regelmatige
lichaamsbeweging en gezonde
voeding. Wat de precieze oorzaak is voor
vermoeidheid is niet altijd te achterhalen.”
“Behalve lichamelijk, is het gebruikelijk dat
u ook emotioneel moet herstellen na een
operatie. Bij thuiskomst zult u zich nog niet
helemaal optimaal voelen. Waarschijnlijk is
uw concentratievermogen minder dan normaal
en bent u emotioneler dan anders. Dit
komt vaak voor na een operatie. Het komt
door het gebruik van de narcose en alles wat
u in het ziekenhuis hebt meegemaakt. Door
het oppakken van uw normale leven merkt u
dat het vanzelf weer beter gaat.”
Via Facebook
Geen rechte lijn
Ik ben donderdag geopereerd, ik mocht maandag al naar huis en dat is een dag eerder dan ‘normaal’ en ik was apetrots en zat gisteren al te denken: wat als ik op 21 januari toch eens wel naar Duisburg rijd voor die opera.
En: laat die zware pijnstillers maar zitten! ik red me prima met wat paracetamol.
Beetje moe was ik wel gisteren maar verder: het ging verrassend goed.
Vannacht valt me tegen.
Eerst word ik misselijk van het eten. Wat niet lag aan het eten: het was gewoon wat ’te rijk’ afgezet tegen wat ik in het ziekenhuis at waar ik het na een paar keer smerig ziekenhuisvoedsel maar hield bij ‘alleen yoghurt’.
Daarna valt het draaien in bed me ook zwaarder dan de nacht ervoor.
En wanneer ik opsta ben ik een dweil die er niet aan moet denken dat ze over 4 weken helemaal naar Duitsland zou willen rijden.
Dit is dus ‘luister naar je lichaam’ en dat lichaam zegt ‘ben je nou helemaal betoeterd en kruip jij nog maar een paar extra uurtjes in bed’.
Terug
Ik ben terug uit het ziekenhuis.
Ik heb geen kanker.
Wel zijn mijn eierstokken en mijn eileiders verwijderd en dat is ‘major surgery’ en daarvan herstel ik nu.
Pijn valt me erg mee, vermoeidheid valt me erg tegen.
Verblijf in het ziekenhuis vond ik gruwelijk.
Loki en ik zijn erg blij dat we weer in elkaars armen kunnen slapen.
Wat me niet verhindert om stiekem alweer aan mini trips te denken.