Gisterochtend gaat Guus naar buiten, wordt weer terug gejaagd door de Zwarte Kater en nét als hij het luikje wil invluchten draait hij om en jaagt achter de indringer aan.
Goed zo, Guus!
Achterin de tuin hoor ik geloei.
Sammie komt naar beneden en we luisteren samen hoe onze vriend het zwarte monster luid en duidelijk bedreigt.
Of toch niet.
Want daar komt Guus weer aan, achtervolgd door ZK.
Hij sprint het luikje in en zit onder het bloed.
ZK heeft ‘m toegetakeld.
Krassen in de nek, een haal over de linkerwang, nagels in het linkeroor maar vooral: een enorme hap uit het rechteroor.
Zo’n grote hap dat ik met een andere kat naar de dokter zou zijn gegaan voor een tetanusprik oid.
Maar dit is Guus en 1 trauma op een dag lijkt me voldoende.
(En mocht ik ZK 1 dezer dagen in de tuin zien dan is-ie nog niet jarig)